Deel: 138 ’Ze zingen ‘lang zal ze leven’: woorden die lang vanzelfsprekend waren’.

04-02-2025 09:13

 

 

Auteur: Marith Iedema - telegraaf.nl/vrouw

 

Column.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar geliefde Duncan en zoontje Noah (4) in Amsterdam.
 
 
 
Marith: ’Gister besloot ik de knop om te zetten. Het moet afgelopen zijn met mijn depressieve gedrag. Vanaf nu doe ik alsof het goed gaat.’
Marith: ’Gister besloot ik de knop om te zetten. Het moet afgelopen zijn met mijn depressieve gedrag. Vanaf nu doe ik alsof het goed gaat.’
 
 
 
 
 
 
Vandaag ben ik zesendertig jaar geworden. Slaapdronken stommel ik de trap af. De woonkamer is versierd met slingers en ballonnen. Duncan en Noah zitten aan tafel met taartjes en brandende kaarsjes. Ze zingen ‘lang zal ze leven in de gloria’. Vrolijke woorden die zo lang vanzelfsprekend waren. Maar nu niet meer.
 
 
Ik ga naast Noah zitten, verstop mijn neus in zijn hals. Hij omhelst me en zegt liefkozend, terwijl hij over mijn armen strijkt: „Je bent zo lekker slap, mama”.

Nou lekker dan.

 

„Tja, dat hoort bij ouder worden, schat…”
 

Duncan lacht zo hard dat ik hem waarschuwend een duw geef.

 

„Oppassen jij.”
 
 
 

Samen rouwen:

Ik word overladen met zoenen en verjaardagwensen. Ik krijg een mooie brief van Duncan. We hebben nare weken achter de rug. We kregen het akelige nieuws dat mijn soort kanker altijd terug kan komen. Slapende kankercellen kunnen elk moment ontwaken.
 

Duncan begrijpt dat ik bang ben. Ik hoef hem niet uit te leggen hoe ik me voel, want hij voelt zich net zo. Dat we in hetzelfde schuitje zitten, sámen rouwen, dat helpt. Bij Duncan vind ik troost.

 

Dat is niet altijd zo geweest. Lang probeerde hij me op te beuren met dooddoeners als: ’Ach joh, alles komt goed, dat weet ik gewoon.’ Woorden waarmee hij het bloed onder mijn nagels vandaan haalde. Want dat kon hij niet wéten. Hij heeft zijn lesje geleerd. Tegenwoordig kiest hij zijn woorden zorgvuldig.
 
 

Duncan sluit zijn brief af met: „Op dit moment heb je geen ruimte om na te denken over een cadeau. Maar dat komt wel weer, ik ken je.”

 

Ik grijns. Dat klopt. Dan bekijk ik Noahs tekening van ons drieën. Ik bedank hem uitgebreid. Ik besef weer even hoe gezegend ik ben met deze twee mannen in mijn leven. Ik heb zó veel. Maar dat maakt mijn angst niet minder: wie veel heeft, heeft veel te verliezen.

 

Depressieve gedrag


Duncan kijkt me onderzoekend aan.

 

„Ben je óke?” vraagt hij zacht, zodat Noah het niet hoort.

 

Niet eerder zag hij me zo lang zo somber.

 

„Ja, helemaal. Superlief dit,” zeg ik enthousiast.

 

Gister besloot ik de knop om te zetten. Het moet afgelopen zijn met mijn depressieve gedrag. Vanaf nu doe ik alsof het goed gaat, in de hoop op een self-fulfilling prophecy. Steeds erkennen dat ik me kut voel; daar koop ik niks voor. Ik wil Duncan niet meetrekken in mijn zwarte gat.

 

Ik ben vandaag jarig. En dat zal ik víeren. Ik weet niet wat de toekomst voor me in petto heeft. Maar elk rondje om de zon is mooi meegenomen. Ik ga alles op alles zetten om te leven in het nu. Te genieten van het moment, van de kleine dingen, de alledaagse dingen die ik vroeger te weinig op waarde wist te schatten.

 

Dat is het positieve aan leven met het zwaard van Damocles: ik herken een waardevol moment direct. Een moment als dít.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl