Deel 111: ‘Misschien moet ik gewoon weer eens iemand aan de haak slaan’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Column.
Foto: EIGEN BEELD.
Boevenbad:
Vriendin J. kijkt me aan met een blik die ik herken uit duizenden: ze is op boevenpad. Ik denk aan alle keren dat we sámen op jacht waren. Voor mij gaat die vlieger niet langer op.
J. scant de ruimte, op zoek naar een leuke man. Toegegeven: die zijn er hier in overvloed. Ineens voel ik een steek van jaloezie. Ik mis die zorgeloze versie van mezelf. Ik mis de drang naar spanning, naar avontuur, en ik mis de zin in seks die kanker en alle bijkomende medicatie van me afnamen.
Ik krijg een glas champagne in mijn handen geduwd. Ik drink met grote slokken en mijn bewegingen worden steeds uitbundiger. Ik maak oogcontact met een knappe jongen met lang donker haar. Misschien moet ik gewoon weer eens iemand aan de haak slaan. Hoe zou dat voelen? Niet eerder deed ik het zo lang alleen met Duncan. Deze monogamie is geen keuze, eerder een logisch gevolg van mijn ziekte. Ook Duncan staat nog altijd in survivalmode, ook bij hem is er geen ruimte voor andere vrouwen.
Magic Mike:
Maar wat als de sleutel voor reanimatie van ons seksleven juist ligt bij non-monogamie? Verandering van spijs doet eten, dat heb ik wel geleerd van al onze avonturen. Voorlopig moet ik niet denken aan all-the-way-seks met een vreemde: door de overgang heb ik een gebruiksaanwijzing van hier tot Tokyo. Maar misschien wakkert een kus van een ander mijn lust wel aan.
J. praat met een man die rechtstreeks uit een Magic Mike film lijkt gewandeld. Haar hand rust op zijn gespierde bovenarm.
Dan neem ik een besluit. Ik heb zin om me weer even jong en wild te voelen. Met drie passen ben ik bij de jongen met het lange haar. We kijken elkaar aan, hij trekt me naar zich toe, we dansen samen in hetzelfde ritme en dan zoent hij me.
Chemie:
Op de kus valt niks aan te merken. Op hém valt niks aan te merken. Maar er gebeurt niks. De chemie blijft uit.
Hij masseert mijn billen. Als hij in de richting van mijn borsten beweegt grijp ik snel in. Ho, ho. Ik duw hem zachtjes van me af, doe een paar stappen naar achter.
Ineens is de vermoeidheid terug. Ik wil naar huis.
Arm in arm verlaten J. en ik de club.
,,Hoe was dat?” vraagt ze.
,,Niet boeiend… Ooit wordt dit hopelijk weer mijn leven, maar voorlopig nog niet.”
Bron: www.telegraaf.nl