Deel 109: ’Ik stel me voor hoe de kankercellen in mijn lijf zich tegoed doen aan hun lievelingskostje’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Column.
EIGEN BEELD.
Voor hij de deksel van de doos sluit, pakt hij er een nieuwe spuit Lucrin uit.
Hij houdt de verpakking in de lucht.
„Weet je nou al of je weer begint?”
Tja. Ik twijfel. Ik wik en ik weeg. Elke dag.
Overgang:
Sinds ik ben gestopt met het maandelijks injecteren van Lucrin, een deel van de medicatie die me in de overgang houdt, voel ik me beter. Mijn lijf is minder stram en pijnlijk. Ik heb niet meer dagelijks hoofdpijn. En de opvliegers zijn minder heftig.
Mijn kwaliteit van leven is verbeterd. En dat is niet niks. Maar er zijn nog genoeg bijwerkingen over, die ik toeschrijf aan de ‘anti-oestrogenen’ pillen die ik dagelijks slik: een Sahara down under, een totaal gebrek aan lust, nachtzweten.
Als mijn lichaam geen hormonen aanmaakt, overleven de kankercellen minder goed.
Maar hoeveel mijn overlevingspercentage afneemt als ik definitief stop met de Lucrin kan mijn oncoloog me niet vertellen. Er zijn geen betrouwbare cijfers beschikbaar, omdat zo weinig vrouwen van mijn leeftijd borstkanker hebben.
Ik pak het doosje van Duncan aan.
In de eerste dagen na de spuit zijn de bijwerkingen het meest intens.
„Weer beginnen, pff. Ik heb er zó weinig zin in…” zucht ik.
Duncan knikt meelevend. Hij pakt de spuit uit mijn handen en legt hem terug.
Kans op recidive:
Ik denk aan het bericht dat ik twee weken geleden kreeg van volger V. Zij kon de hormoontherapie niet volhouden en is er voortijdig mee gestopt. Inmiddels is de kanker terug; de artsen geven haar nog hooguit twee jaar.
Ze schreef me dat ze natuurlijk niet wist of het anders was gelopen als ze de medicatie braaf had geslikt en gespoten. Maar toch wilde ze me op het hart drukken: grijp alles dat de kans op recidive verkleint met beide handen aan. Ze wilde dat zij hetzelfde gedaan had.
Drie dagen later:
Ik heb een bad genomen. Als ik opsta zie ik straaltjes bloed langs mijn bovenbenen druipen.
Ik schrik me de pleuris. Wat is dít?
Dan valt het kwartje. Aaah, ik ben ongesteld. De normaalste zaak van de wereld voor een vrouw van mijn leeftijd. Maar niet voor mij. Ik ben al anderhalf jaar in de overgang - ook al tijdens mijn chemotraject.
Hypochonder:
Fuck. Ineens is daar de doodsangst, terug van weggeweest. Waar ben ik mee bezig? Ik menstrueer. Een duidelijker teken dat ik niet langer in de menopauze ben, dat ik weer hormonen aanmaak, kan mijn lichaam me niet geven. Ik stel me voor hoe de kankercellen in mijn lijf zich tegoed doen aan hun lievelingskostje. Dat is irrationeel, maar sinds de kankerdiagnose ben ik zo hypochonder als wát.
Snel droog ik me af en neem de trap naar beneden met twee treden tegelijk. Ineens kunnen de bijwerkingen van de Lucrin me gestolen worden.
Ik pak een stukje van mijn buikvet vast, zet de punt van de naald erop en duw de vloeistof naar binnen.
Oké, dit experiment is voorbij. Nog vier jaar die kutbijwerkingen, dat moet dan maar.
Leuk is anders. Maar ik besluit mijn klachten vanaf nu te zien als dagelijkse geruststellingen: in mijn lijf geen hormonen.
Bron: www.telegraaf.nl