Deel 104: ’Intiemer dan dit wordt het niet’.

13-02-2024 18:38

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

 

Column.

 
 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (3) in Amsterdam.
 
 
 
 
’Op Bali, ver weg bij alle bekenden, zagen we elkaar voor het eerst buiten de slaapkamer.’
 
’Op Bali, ver weg bij alle bekenden, zagen we elkaar voor het eerst buiten de slaapkamer.’

Foto: EIGEN BEELD,

 
 
 
 
 
 
Ik zit achterop bij Duncan op de scooter en sla mijn armen nog steviger om hem heen, ik kus zijn rug. We rijden op een rustig weggetje door de jungle. Vogels fluiten en ik ben gelukkig. Even is de volgende spannende scan mijlenver weg. Mijn jetlag is over en ik voel me goed, energiek, beter dan ooit – sinds de diagnose dan.
 
 
Dat moet komen doordat ik met Lucrin ben gestopt, één van de twee medicijnen die me in de overgang houden. Mijn lijf voelt minder stram, ik heb geen hoofdpijn meer en de frequentie van de opvliegers is lager.
 

Of dit positief is weet ik niet. Ergens hoopte ik dat ik last had van restklachten van chemotherapie, of dat de bestralingsschade de boeman was; dat zou het makkelijk maken om door te gaan met de medicatie die de kans op de terugkeer van de kanker verkleint.

 

 

Gestrande relatie:

 
Oké, niet aan denken, spreek ik mezelf bestraffend toe. Het zijn zorgen voor morgen. Later besluit ik wat ik zal doen: weer beginnen, of definitief stoppen. Voor nu ga ik genieten.

Als we stoppen bij een verkeerslicht draait Duncan zich om – hij kijkt me grijnzend aan.

 

„Komen de herinneringen terug?” vraagt hij.
 
 
Ik knik enthousiast. En óf ik het me herinner, deze tochten samen op Bali, de wittebroodsweken die we samen doorbrachten op het eiland, onze liefde priller dan pril. Na een affaire van een half jaar kende ik elke centimeter van Duncans lichaam, maar hém kende ik nog amper.
 

De relatie met mijn ex was luttele weken voor die eerste trip beëindigd. Duncan was niet de reden, maar wel het laatste duwtje in mijn rug. Op Bali, ver weg bij alle bekenden, zagen we elkaar voor het eerst buiten de slaapkamer. Het klopte. Al was het ook ingewikkeld. Ik was verliefd, maar ook in de rouw over mijn gestrande relatie.

 

 

Intimiteit:

 
Na een rit van een uur komen we aan bij onze accommodatie in Uluwatu. Het uitzicht vanaf ons huis dat hoog op een heuvel ligt is spectaculair.
 
 
„Dit wordt de meest romantische week ever!” roep ik enthousiast.
 

Mijn ouders passen op Noah, in Canggu. Hoe dol we ook op onze kleine man zijn, we snakken naar tijd samen. Even op adem komen, onze handen vrij, een boek lezen, uit de rol van ouder, opvoeder, in de rol van partner en geliefde.

 

Duncan trekt me naar zich toe, hij kijkt me veelbetekenend aan en kust me. De afgelopen tijd hebben we elkaar steeds voorgehouden dat ons weekje samen in het teken zou staan van intimiteit – just like the old days.
 

Ik heb goede hoop dat mijn klachten down under verminderd zijn nu ik niet langer Lucrin spuit. Of beter nog: óver. Stel je voor. Al het voorspel en alle liters glijmiddel ten spijt: penetratie blijft pijnlijk. En natuurlijk: er is zoveel meer mogelijk. Maar ik mis dat deel van mijn seksleven. En Duncan ook.

 

 

Borrelende maag:

 
Hij trekt me mee naar de slaapkamer. Duncan heeft geen tijd te verliezen.
 

„Eerst douchen,” zeg ik.

 

Als ik opgefrist naast hem kom liggen trekt Duncan de dikke deken over zich heen.
 

„Ik heb het koud,” zegt hij.

 

Vreemd. Zelfs met de airco aan is het warm in de slaapkamer.

 

Hij begint te klappertanden.

 

Oh, oh.

 

Een uur later lig ik er nét zo bij, met koorts en een borrelende maag, onder het dikke dekbed.

 

Het is vier uur ’s nachts.

 

Het heen en weer rennen van bed naar badkamer kost te veel energie. Dus liggen we samen op de koele badkamervloer.

 

„Oh neeee – daar ga ik weer.” Ik richt me op, beweeg me op handen en knieën naar de pot en kots gal.

 

„Aan de kant!” roept Duncan paniekerig.

 

Ons huis is groot, maar helaas hebben we maar één wc.

 

Gelukkig zijn wij de schaamte al láng voorbij.

 

Kreunend gaan we even later weer liggen.

 

Duncan strekt zijn hand naar me uit. Onze vingertoppen raken elkaar. We glimlachen zwakjes en hij zegt: „Nou, het is misschien niet wat we verwacht hadden, maar intiemer dan dit wordt het niet.”

 

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl