Deel 104: ’Intiemer dan dit wordt het niet’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Column.
Foto: EIGEN BEELD,
Of dit positief is weet ik niet. Ergens hoopte ik dat ik last had van restklachten van chemotherapie, of dat de bestralingsschade de boeman was; dat zou het makkelijk maken om door te gaan met de medicatie die de kans op de terugkeer van de kanker verkleint.
Gestrande relatie:
Als we stoppen bij een verkeerslicht draait Duncan zich om – hij kijkt me grijnzend aan.
„Komen de herinneringen terug?” vraagt hij.
De relatie met mijn ex was luttele weken voor die eerste trip beëindigd. Duncan was niet de reden, maar wel het laatste duwtje in mijn rug. Op Bali, ver weg bij alle bekenden, zagen we elkaar voor het eerst buiten de slaapkamer. Het klopte. Al was het ook ingewikkeld. Ik was verliefd, maar ook in de rouw over mijn gestrande relatie.
Intimiteit:
Mijn ouders passen op Noah, in Canggu. Hoe dol we ook op onze kleine man zijn, we snakken naar tijd samen. Even op adem komen, onze handen vrij, een boek lezen, uit de rol van ouder, opvoeder, in de rol van partner en geliefde.
Duncan trekt me naar zich toe, hij kijkt me veelbetekenend aan en kust me. De afgelopen tijd hebben we elkaar steeds voorgehouden dat ons weekje samen in het teken zou staan van intimiteit – just like the old days.
Ik heb goede hoop dat mijn klachten down under verminderd zijn nu ik niet langer Lucrin spuit. Of beter nog: óver. Stel je voor. Al het voorspel en alle liters glijmiddel ten spijt: penetratie blijft pijnlijk. En natuurlijk: er is zoveel meer mogelijk. Maar ik mis dat deel van mijn seksleven. En Duncan ook.
Borrelende maag:
„Eerst douchen,” zeg ik.
Als ik opgefrist naast hem kom liggen trekt Duncan de dikke deken over zich heen.
„Ik heb het koud,” zegt hij.
Vreemd. Zelfs met de airco aan is het warm in de slaapkamer.
Hij begint te klappertanden.
Oh, oh.
Een uur later lig ik er nét zo bij, met koorts en een borrelende maag, onder het dikke dekbed.
Het is vier uur ’s nachts.
Het heen en weer rennen van bed naar badkamer kost te veel energie. Dus liggen we samen op de koele badkamervloer.
„Oh neeee – daar ga ik weer.” Ik richt me op, beweeg me op handen en knieën naar de pot en kots gal.
„Aan de kant!” roept Duncan paniekerig.
Ons huis is groot, maar helaas hebben we maar één wc.
Gelukkig zijn wij de schaamte al láng voorbij.
Kreunend gaan we even later weer liggen.
Duncan strekt zijn hand naar me uit. Onze vingertoppen raken elkaar. We glimlachen zwakjes en hij zegt: „Nou, het is misschien niet wat we verwacht hadden, maar intiemer dan dit wordt het niet.”
Bron: www.telegraaf.nl