Deel 103: ’Ik blijf me moe voelen… Of nee: uitgeput’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Column.
Het is altijd erg als je leven abrupt tot stilstand komt door kanker. Maar hoe jonger je bent, hoe ingrijpender de ziekte.
Want hoe kan je iets opbouwen, een relatie of carrière, als je aan het herstellen bent van kanker? Als je nauwelijks genoeg energie hebt om je bed uit te komen ’s morgens?
Bijwerkingen:
Ik denk aan de groepstherapiesessies. Aan alle jongvolwassen uit mijn groep die weer bij hun ouders wonen, omdat ze hun banen zijn verloren, omdat ze in de financiële problemen kwamen, omdat ze hun studies niet meer aankonden.
Mijn leven líep al toen ik ziek werd, dat is mijn geluk geweest.
Ik sta op en werp een blik op het scherm boven mijn hoofd. Een kwartier uitloop.
„Kom je Marith,” vraagt verpleegkundig specialist C. twintig minuten later.
Ik glimlach het meisje naast me bemoedigend toe en spring op.
„Waar heb je last van?” vraagt C.
Zo, heb je even.
Ik som op: „Hartkloppingen, slapeloosheid, gewrichtspijn, opvliegers, nachtzweten, vaginale droogheid.” Ik zucht even diep. „Ik heb elke dag hoofdpijn, ik ben vaak duizelig en ik blijf me moe voelen… Of nee: uitgeput.”
We zijn even stil.
„Ik vind het zo lastig dat we niet weten of dit naweeën zijn van de chemotherapie en de bestraling, of dat de medicatie die me in de overgang houdt de boeman is.”
„Dat valt inderdaad niet te zeggen. Maar de bijwerkingen zijn berucht. Het is zelfs zo dat de meeste patiënten om die reden voortijdig stoppen met hormoontherapie.”
Bijwerkingen zijn kut. Maar doodgaan, dat is natuurlijk nog véél kutter.
Duivels dilemma:
Ik ben blij dat er een middel is dat de kans op recidive verkleint. Niet elke kankerpatiënt heeft die optie. Maar steeds vaker vraag ik me af: is mijn kwaliteit van leven niet belangrijker?
Het is een duivels dilemma.
„Hoeveel neemt mijn overlevingspercentage af, als ik stop met de medicatie?”
„Dat weten we niet.”
Het is een bekend verhaal. Er zijn geen betrouwbare cijfers beschikbaar, omdat zo weinig vrouwen van mijn leeftijd borstkanker hebben.
„Misschien moet je eens één maand alleen met het spuiten van Lucrin stoppen. Gewoon om te kijken wat het effect is,” stelt C. voor.
Die optie bevalt me wel.
„Is dat verantwoord?” wil ik weten.
Ze knikt resoluut.
„Ja, ik vind van wel.”
„Ga ik dan weer hormonen aanmaken?”
„Dat wel. Als je alleen nog de pillen slikt ben je niet langer volledig in de overgang.”
Ik sta op.
Met een gemengd gevoel verlaat ik het ziekenhuis. Aan de ene kant ben ik opgelucht. Stel je voor: op vakantie, zónder duizend-en-een klachten: wát een feest.
Maar ik ben ook bezorgd. Wat als die maand goed bevalt? Is er dan nog wel een weg terug? En definitief stoppen, ik blijf het doodeng vinden.
Oké, niet te ver vooruitdenken. Kleine stapjes.
Bali zónder Lucrin. Daarna zien we wel weer verder.
Bron: www.telegraaf.nl