‘De veiligheid van bepaalde probiotica moet opnieuw geëvalueerd worden’: E. coli-bacteriën bevorderen darmkanker.

08-11-2024 17:14

 

 

Auteur: Staf Smets - demorgen.be/nieuws

 

 

 

Interview Lars Vereecke.

 
Artsen tijdens een behandeling in het maag-darmstelsel.
 

Artsen tijdens een behandeling in het maag-darmstelsel.

 
Beeld AFP.
 
 
 
 
 
 
 
Wetenschappers van de UGent en de VUB ontdekken hoe E. coli-bacteriën darmkanker in de hand werken. Professor inwendige geneeskunde Lars Vereecke (UGent) voerde mee het onderzoek en legt uit hoe de bacteriën functioneren en wat je zelf kan doen om darmkanker tegen te gaan.
 
 
 

Kennen we deze bacteriën al langer?


“E. coli-bacteriën zijn bekende darmbacteriën die meestal goedaardig zijn en deel uitmaken van ons normale microbioom, de verzameling van alle micro-organismen die ons lichaam bevolken. Maar bij die bacteriesoort zijn er bepaalde subtypes die wel kwaadaardige ziekteverwekkers zijn. Denk maar aan de ziekte-uitbraak door besmette ajuinen bij McDonalds onlangs in de Verenigde Staten, dat was een type E. coli-bacterie die diarree veroorzaakte.

 

“De bacterie die wij bestudeerden is niet direct een ziekmakend type. Ze produceert wel een genotoxine, een stof die het DNA kan beschadigen, wat de basis vormt van alle kankers. Op die manier kan die stof de ontwikkeling van darmkanker stimuleren.”

 

 

Hoe doet dat genotoxine dat dan?

 

“Het genotoxine bindt zich aan het DNA en dat veroorzaakt DNA-mutaties, een aanleiding tot kanker. Dat was al bekend voor onze studie. Maar wij kwamen te weten hoe die stof aan onze darmwand verbonden raakt en dus DNA-schade kan aanrichten, wat cruciaal is. We konden aanduiden welke eiwitten belangrijk zijn om die binding mogelijk te maken. Als we het bindingsproces blokkeren, dan kan de bacterie geen darmkanker bevorderen.

 

“Ook belangrijk om te weten is dat de E. coli-bacteriën die dat slechte toxine produceren aanwezig zijn bij 20 procent van de gezonde mensen. Bij personen met chronische darmonststeking of darmkanker is het tussen de 40 en 60 procent aanwezig. Dat toont dat in condities van darmontsteking en kanker net de slechte bacteriën zich opstapelen.”

 

 

Darmkanker is de dodelijkste vorm van kanker. Mag deze studie ons hoopvol stemmen dat daar verandering in gebracht kan worden?

 

“Het is zeker een stap in de goede richting. We hebben aangetoond dat als we de binding tussen de E. coli-bacterie en de darmwand blokkeren met een bestaand geneesmiddel, we darmkankerprogressie kunnen verhinderen. Dat hebben we nu experimenteel bewezen. Het geneesmiddel dat daarvoor nodig is heet Sibofimloc, maar is nog niet op de markt. Een Frans bedrijf doet er wel al klinische studies mee.”

 

 

Jullie schrijven dat de westerse levensstijl de bacterie in de hand werkt. Op welke manieren?

 

“Het gebruik van antibiotica, wat vrij ingeburgerd is bij ons, zorgt voor een destabilisatie in de slijmlaag. Ook een vezelarm dieet zorgt ervoor dat de bindingen makkelijker plaatsvinden. Door die destabilisatie kunnen de slechte bacteriën makkelijker aan onze darmwand binden. Vezelrijk eten en een minimaal gebruik van antibiotica zijn dus aan te raden. Daarnaast zijn er ook de bekende risicofactoren zoals alcoholgebruik, rood vlees eten en een zittende levensstijl die de gevoeligheid voor darmkanker kunnen verhogen.

 

“Een extra element dat we met het onderzoek willen benadrukken is dat er sommige E. coli-stammen in Europa goedgekeurd zijn als probiotica. Dat zijn bacteriën waarvan verondersteld wordt dat ze de gezondheid bevorderen en dus ook aan de consument worden aangeboden. We tonen met onze studie aan dat de veiligheid van probiotica op basis van bepaalde E. coli-stammen opnieuw geëvalueerd moet worden.”

 

 

Wat is de volgende stap nu het onderzoek gepubliceerd is?

 

“Ons onderzoek werd gedaan in nauwe samenwerking met het lab van professor Han Remaut (VUB). Samen bestuderen we verder de rol van E. coli-stammen in darmkanker, maar we proberen ook zelf geneesmiddelen te ontwikkelen en te testen hoe we die binding van E. coli kunnen verhinderen, onder andere aan de hand van vaccinatiestrategieën.”

 

 

 

Bron:www.demorgen.be