Controle bij erfelijke borst- en/of eierstokkanker.

22-01-2014 19:21
 

 Een aantal vrouwen krijgt het advies zich regelmatig te laten onderzoeken:


  • Vrouwen met een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen.
  • Vrouwen bij wie op grond van de familiegegevens een verhoogd risico op borst- en/of eierstokkanker vermoed wordt.

De bedoeling van de controle-onderzoeken is om wanneer borstkanker of eierstokkanker ontstaat, dat in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen. 

Als kanker wordt ontdekt nog voordat er klachten zijn en de behandeling zo snel mogelijk plaatsvindt, zijn de overlevingskansen meestal het grootst. De regelmatige controles geven echter geen garantie op vroegtijdige ontdekking en langdurige overleving. 
Mochten er bij de controles bijzonderheden worden gevonden, dan volgt nader onderzoek.

 

Regelmatige controle van de borsten

Met behulp van regelmatige controle van de borsten kan men borstkanker vaak in een vroeg stadium ontdekken. Vroege ontdekking verhoogt de overlevingskansen.

 

Op welke leeftijd beginnen?

Vrouwen die wegens een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen of vanwege de uitkomsten van stamboomonderzoek in aanmerking komen voor regelmatige controle, worden geadviseerd daarmee jong te beginnen. Het advies is om daarmee op 25-jarige of 35-jarige leeftijd te starten. Die leeftijd is afhankelijk van hoe hoog het risico is dat u erfelijke borstkanker krijgt.

 

Waaruit bestaan de controles?

De controles bestaan, afhankelijk van het vastgestelde risico op borstkanker, uit halfjaarlijks of jaarlijks borstonderzoek door uw huisarts of specialist. Uw arts zal uw borsten, hals en oksels zorgvuldig bekijken en bevoelen.
Daarnaast zal jaarlijks of eens in de 2 jaar een röntgenfoto van de borsten gemaakt worden. Dit heet een mammografie. Ook wordt vrouwen geadviseerd maandelijks borstzelfonderzoek te doen.

Mannen die drager zijn van een mutatie in het BRCA2-gen wordt ook borstzelfonderzoek aangeraden. Hoewel hun risico om borstkanker te krijgen weliswaar iets verhoogd is, krijgen zij geen controle-onderzoek aangeboden. Wanneer een mannelijke drager door borstzelfonderzoek een voelbare afwijking rond de tepel ontdekt, wordt wel nader onderzoek geadviseerd. 
Omdat bij jonge vrouwen het borstklierweefsel vrij ‘dicht’ is, is de mammografie vaak moeilijk te beoordelen. Jonge vrouwen met een sterk verhoogd risico krijgen daarom steeds vaker het advies om in aanvulling op of in plaats van een jaarlijkse mammografie een mri-scan van de borsten te laten maken. Bij dit onderzoek wordt het borstweefsel met behulp van een magneetveld in combinatie met radiogolven en een computer in beeld gebracht.

 

Als er iets wordt gevonden

Als uw arts aanwijzingen heeft dat zich mogelijk borstkanker heeft ontwikkeld, volgt nader onderzoek. Mocht er borstkanker worden vastgesteld, dan zal uw arts met u bespreken welke behandelmogelijkheden er zijn. De behandeling van erfelijke borstkanker is vrijwel gelijk aan de behandeling van niet-erfelijke borstkanker. Wel kan bijvoorbeeld het advies over de keuze tussen een borstsparende operatie en een borstamputatie anders zijn.

 

Regelmatige controle van de eierstokken

Het ontstaan van eierstokkanker kan niet voorkomen worden door regelmatige controles. Wel hoopt men daarmee de ziekte, als deze ontstaat, in een vroeg stadium te ontdekken. Vroege ontdekking verhoogt namelijk de kans op een succesvolle behandeling.
In hoeverre regelmatige controle van de eierstokken de kans op vroege ontdekking van eierstokkanker daadwerkelijk verbetert, is nog niet bekend. Daar wordt nog wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.

 

Op welke leeftijd beginnen?

Vrouwen met een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen en vrouwen bij wie een erfelijk patroon van eierstokkanker in de familie voorkomt, kunnen ervoor kiezen hun eierstokken regelmatig te laten controleren. Het advies is om daar op 35-jarige leeftijd mee te beginnen.

 

Waaruit bestaan de controles?

De jaarlijkse controles bestaan uit een echografie, inwendig onderzoek en bloedonderzoek. Voor de echografie – een onderzoek met behulp van geluidsgolven – wordt een echoapparaatje in de vagina ingebracht. Daarmee maakt men de baarmoeder en de eierstokken zichtbaar. Door het inwendig onderzoek krijgt de gynaecoloog een indruk van de ligging en grootte van de baarmoeder en de eierstokken.
Het bloedonderzoek is gericht op het meten van het CA125-gehalte in het bloed. Eierstokkankercellen kunnen deze stof aanmaken en aan het bloed afgeven. Bij 40% van de vrouwen die een vroeg stadium van eierstokkanker hebben, is het CA125-gehalte in het bloed verhoogd. Maar omdat ook normale cellen CA125 kunnen aanmaken, betekent een verhoging niet altijd dat er sprake is van eierstokkanker.

 

Verder onderzoek

Wanneer de resultaten van de echografie, het inwendig onderzoek en het bloedonderzoek mogelijk op eierstokkanker wijzen, volgt verder onderzoek. Dat kan bestaan uit een kijkoperatie. Daarbij neemt de gynaecoloog wat buikvocht en enkele stukjes eierstokweefsel weg. Het vocht en weefsel worden in het laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van kankercellen.

 

Als het eierstokkanker is

Als er eierstokkanker wordt ontdekt, dan zal uw arts u vertellen welke behandelmogelijkheden er zijn. De behandeling van erfelijke eierstokkanker is gelijk aan die van niet-erfelijke eierstokkanker. Meestal bestaat de behandeling uit het operatief verwijderen van de eierstokken, de baarmoeder en een deel van het buikvlies. Daarna volgt meestal een aantal chemotherapiekuren.


 

Bron:  www.kanker.nl