Column van Chantal ‘Pruikje op, pruikje af’.

12-05-2021 19:29



Auteur: Chantal Deen - indebuurt.nl/delft/column



Chantals zoon knipt samen Nannette het haar van Chantal.





Als kind vond ik mijn rode haar verschrikkelijk. Kreten zoals, 'Hey rooie spring eens op groen', waren aan de orde van de dag. Met carnaval, ik zal zo'n tien jaar zijn geweest, zei een vrouw dat ik later veel profijt van mijn haar zou hebben. Toen begreep ik dat niet. Nu wel!


In april 2014 startte ik met chemo, omdat ik borstkanker had: haarverlies gegarandeerd. De mammapoli in Delft verwees me door naar Nannette Mienis (Mienis & Co). Delftenaar Nannette had zelf borstkanker gehad en was hierdoor gedwongen haar werk als kapster te staken. Zo verlegde zij haar kapperswerk naar pruiken. Nu had ik zelf ook een pruik nodig, maar wat voor een? Wilde ik lang haar, kort of juist iets daar tussenin? Wilde ik echt haar of mocht het ook synthetisch zijn? Aan alles hangt uiteraard een prijskaartje. Nannette gidste mij makkelijk door bovenstaande vragen heen. Ze keek goed wat paste bij mijn verzekering en mijn portemonnee. De grootste uitdaging: de haarkleur. Er was geen pruik die mijn rode haar benaderde. De tijd tikte door en mijn haar viel uit. Totdat Nannette mij belde en zei dat ze dé pruik had gevonden. Het was niet exact mijn kleur, maar met een beetje fantasie kwam het dicht in de buurt. 


Voor de eerste keer naar buiten met een pruik op:


Na mijn tweede chemo heeft mijn zoon onder toezicht en met hulp van Nannette mijn haar eraf geknipt. De huilbui waar ik voor vreesde bleef uit. Want onder mijn kamerbreed rode tapijt kwam een klein rond bolletje vandaan. De pruik ging er soepel overheen. Ik was klaar om de wereld in te gaan. Dat de pruik zo goed was, bleek uit de reacties die ik kreeg van mensen. Nou hielp het ook dat niet iedereen wist dat ik ziek was, dat kwam pas later. 


Voor de 4 Foto's van dit Artikel klik hier


Op een goede dag (tijdens chemo heb je slechte en goede dagen) zat ik samen met een vriendin op en terras. Voor ons kwam een moeder van school zitten. Ze keek mij aan en zei, 'Wat zonde dat je je haar hebt geverfd'. Voor het eerst in lange tijd wist ik even niet wat ik moest zeggen. De tweede opmerkelijke ervaring vond plaats in de auto. Ik stond voor een rood stoplicht en naast mij stond een mannelijke kennis. We keken elkaar aan en hij wees naar mijn haar en zei, 'Wat zit je haar leuk!' In een reflex tilde ik mijn pruik op. Hij schrok natuurlijk en met handgebaren van mijn kant, zijn we beide op een veilige plek tot stilstand gekomen en heb ik hem op de hoogte gebracht van de situatie. De pruik werkte en hoe.


Als je haar maar goed zit!


Leonie, de compagnon van Nannette, waste en föhnde mijn cavia, zoals ik haar liefkozend noemde, met enige regelmaat. Zo bleef ik er altijd net geknipt uitzien. Toen ging mijn haar ineens, terwijl ik nog chemo onderging, groeien. Tot mijn verbazing kwamen er geen krullen of grijze haren. Nee, aarzelend, maar later vastberaden kroop dat rode dikke haar weer mijn hoofdhuid uit. Ik heb de cavia eerst op een kast gezet en van lieverlee verdween ze in een doos naar zolder. Nu ben ik gelukkig al zeven jaar kankervrij en wordt het tijd om haar te geven aan iemand die het nu nodig heeft. Als Leonie haar weer even wast en föhnt kan ze zo weer een tweede en ook wel derde ronde mee. Deze pruik liet mij altijd meer zijn dan mijn ziekte, dat gun ik een ander ook. Hier ben ik Nannette en Leonie tot op de dag van vandaag dankbaar voor.  




Bron: www.indebuurt.nl