Column: Paul de Leeuw ( Met kanker is het meteen niet gezellig meer )

13-05-2017 14:47


Auteur: Paul de Leeuw.   



Paul de Leeuw 

Paul de Leeuw

Foto: AD/Jacqueline de Haas.


'Ik ben ziek geweest'', antwoord ik op de vraag van Hanneke Groenteman of ik nog steeds bang ben vroeg dood te gaan. Als kind dacht ik altijd dat ik nooit ouder zou worden dan 52. Inmiddels ben ik 55. 
 

Deze blaaskanker is gelukkig goed behandelbaar. Ik ga niet dood aan kanker, ik ga dood met kanker.



Het is een interview voor een zaal en voor het eerst vertel ik over een tumor die vorige zomer in Spanje uit mijn blaas is gehaald. Ik heb er in het openbaar nooit over willen praten, omdat ik niet het zielige mannetje wil zijn. Maar nu kom ik er niet onderuit, omdat het over angst voor de dood gaat. Op een zomeravond ga ik beschonken naar het toilet en plas een hele fles rode wijn in de pot. Terwijl ik de hele avond aan de witte wijn heb gezeten.

De Spaanse huisarts stuurt me ­meteen door naar een Spaanse uroloog. Die maakt een echo, waaruit blijkt dat er een flinke tumor in de blaas zit, die op de zomermiddag daarna door de wildvreemde uroloog eruit wordt gehaald. ,,Urgentia'', roept hij nog. Het blijkt een milde vorm van blaaskanker te zijn, en zeer behandelbaar.

Daarna kom ik in deskundige handen bij de urologie-afdeling van het AMC. Voorlopig sta ik onder controle en kan me niet veel gebeuren. De kinderen vertellen we niet veel en ze vragen gelukkig ook niet veel.

De eerste van de driemaandelijkse controles verloopt goed. Op 18 december ga ik vol vertrouwen naar de tweede. Maar nu vindt de uroloog weer een aantal kleine poliepjes. Die in het nieuwe jaar operatief verwijderd moeten worden.

We zeggen het tegen niemand, spreken mijn man en ik af. Ik wil niet dat iedereen zich afvraagt of dit mijn laatste kerst zal zijn. Op nieuwjaarsdag vertel ik mijn familie dat ik 4 januari onder het mes moet.

Ze schrikken en vragen waarom ik het niet eerder heb verteld. ,,Het is dan gelijk zo'n schok. Bier slaat dood. Gourmetpannetjes vallen op de grond. Stroom valt uit en het is meteen niet gezellig meer. Omdat het over kanker gaat. En deze blaaskanker is gelukkig goed behandelbaar. Ik ga niet dood aan kanker, ik ga dood met kanker'', antwoord ik hoopvol.

Na de eerste opname van een nieuwe televisieshow meld ik me bij het AMC. Zit aan een tafeltje en denk: goh, gister nog het theaterbeest in Doetinchem en nu patiënt in Amsterdam.

Een lieve voedingsassistente vraagt of ik Balinese nasi wil. Met een stukkie kip. Ik verbrand mijn lip aan de hete nasi en duik mijn ziekenhuisbed in. Hoe sneller ik in slaap val, des te eerder is de operatie. Die verloopt succesvol. Mijn zoons komen aan het bed. Ze zijn geïnteresseerd in mij, maar nog meer in hun telefoon om te kijken of er Pokémon in de buurt zijn.

De weken daarna word ik extra behandeld met blaasspoelingen. Vorige maand ben ik weer gecontroleerd. Schoon! Ik zing bij het weggaan mijn liedje: ,,Ik heb je lief, 104 kerstbomen lang''. Bij kerstboom 105 ben ik 160.



Bron: www.ad.nl/nieuws