Chronische Lymfatische Leukemie (CLL)
Chronische lymfatische leukemie (CLL) is een kwaadaardige ziekte, die ontstaat in het beenmerg of het lymfestelsel. Het is de meest voorkomende vorm van leukemie, die vooral voorkomt bij wat oudere mensen.
Chronische lymfatische leukemie is weliswaar een kwaadaardige bloedziekte, maar bij veel patiënten verloopt de ziekte zó chronisch, dat de patiënt niet overlijdt aan deze ziekte, maar aan optredende complicaties. De kwaadaardige cel is hierbij in verreweg de meeste gevallen een bepaalde lymfocyt van het B-type. Er bestaan ook T-lymfocyten; een hele enkele keer treedt er bij een patiënt een chronische lymfatische leukemie van het T-cel type op. Bij deze vorm van leukemie, is net als bij andere vormen van leukemie, het erfelijk materiaal in een cel in het beenmerg beschadigd geraakt en deze cel kan daardoor blijven delen. De beschadigingen, die optreden kunnen heel verschillend van aard zijn. Het soort beschadiging bepaalt hoe agressief de ziekte verloopt.
De beschadigde cel rijpt (bij chronische leukemieën) uit tot een (in het laboratorium) herkenbare B-lymfocyt (of T-lymfocyt; zeldzaam). Door de toename van de het aantal kwaadaardige cellen worden de normale lymfocyten verdrongen. De normale lymfocyten spelen een belangrijke rol in de afweer tegen infecties. Het verdringen van de normale lymfocyten heeft tot gevolg, dat de afweer van de patiënt tegen infecties afneemt. Veel patiënten zullen dan ook niet overlijden aan de leukemie maar aan complicaties, zoals infectieziekten.
Patiënten met chronische lymfatische leukemie zijn dus vatbaarder voor allerhande infecties. Als ze een infectie oplopen verloopt deze vaak ook heviger bij hen dan bij een willekeurig ander persoon.
In de meeste gevallen van Chronische Lymfatische Leukemie betreft het zogenaamde B-lymfocyten. De letter B vóór lymfocyten duidt weer op bepaalde eigenschappen die deze lymfocyten hebben en de rol die ze spelen in de afweer. Er bestaat ook de vorm T-CLL, maar deze komt erg weinig voor. Er is tot nu toe géén aparte beschrijving van deze T-CLL.
Deze vorm van leukemie is vaak niet zo heel erg agressief; er bestaan vormen van leukemie met een agressiever verloop.
Naast de hierboven beschreven vormen komt ook nog voor:
Large granular lymphocytic (LGL) leukaemia is een type chronische leukemie van de lymfocyten. Deze wordt gekarakteriseerd door grotere lymfocyten, die duidelijke korrels bevatten (normale lymfocyten bevatten niet vaak van die korrels; ook bij de “gewone” CLL komen deze korrels niet voor) Deze korrels zijn alleen onder de microscoop te zien. Het immunofenotype van de cellen bij large granular lymfocyten leukemie is ofwel een T-lymfocyt of een NK-lymfocyt (natural killercel; deze lymfocyt is onder bepaalde omstandigheden in staat om een door een virus geïnfecteerde cel te doden), maar géén B lymfocyt zoals bij de meeste CLL patiënten. Het aantal witte bloedcellen is bij CLL altijd verhoogd, terwijl het aantal bij LGL leukemie vaak normaal of zelfs laag is. Ofschoon de lever en milt vergroot kunnen zijn bij LGL leukemie, zijn de lymfeklieren niet vergroot. Dit is een ander punt van onderscheid van CLL.
Bron: www.hematon.nl