Borstkankervereniging Nederland teleurgesteld over rapport Gezondheidsraad.
Borstkankervereniging Nederland staat niet achter advies bevolkingsonderzoek borstkanker van de Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad heeft het Ministerie van VWS op 12 maart 2024 geadviseerd door te gaan met het bevolkingsonderzoek en voorlopig niets te veranderen. BVN is teleurgesteld: wéér een rapport, geen verbetering in het bevolkingsonderzoek. Wij vinden dat het bevolkingsonderzoek aangepast zou moeten worden om hiermee het opsporen van borstkanker te verbeteren.
Het bevolkingsonderzoek in Nederland is goed. Alle vrouwen tussen de 50 en 75 krijgen het aanbod om mee te doen. Zij kunnen een bewuste keuze maken om wel of niet deel te nemen. BVN is voorstander van doorontwikkeling van het bevolkingsonderzoek op basis van risico’s, maar ziet dat veranderingen te traag gaan. De Gezondheidsraad heeft anderhalf jaar gewerkt aan dit advies en er gaat nog steeds niets veranderen. Wel wordt meer onderzoek geadviseerd. BVN vindt dat in Nederland het bevolkingsonderzoek niet meer aansluit bij de meest recente kennis en mogelijkheden.
Zo is de tweejaarlijkse frequentie van screening op borstkanker na de Covid-periode, ondanks toezeggingen, nog steeds 30 tot 32 maanden in plaats van 24 maanden. Het RIVM berekende eerder dat dit 57 onnodige sterfgevallen per jaar tot gevolg kan hebben.
Zeer dicht borstklierweefsel:
De mammografie van het bevolkingsonderzoek wordt door twee radiologen gezien, echter ze scoren niet op dichtheid van het borstklierweefsel. Dit terwijl de apparatuur de dichtheid kan analyseren en een score kan geven. Als de radiologen geen verdachte plekjes zien, krijg de vrouw een brief: “Er zijn geen verdachte plekjes gezien”. Dit geeft schijnzekerheid, want een eventueel verdacht plekje is op de mammografie wit, net zoals borstklierweefsel.
BVN vindt dat elke vrouw er recht op heeft geïnformeerd te worden over de dichtheid van haar borstklierweefsel. Vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel, 8% van de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek, hebben een verhoogd risico op borstkanker. Vrouwen met dicht borstklierweefsel zijn meer gebaat bij bijvoorbeeld een MRI. Er zou dan met ze gesproken kunnen worden over de opties voor verdere opsporing van eventuele borstkanker.
De Gezondheidsraad adviseerde al in 2020 positief over het nut van een aanvullende MRI voor deze vrouwen. De reden om toch niet positief te adviseren over de invoer hiervan waren en zijn de hoge investeringen en de personeelstekorten.
De Gezondheidsraad verwijst ook naar een rapport van KPMG uit 2022, waarin is onderzocht of het tijdelijk mogelijk is vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel wel beter te helpen. BVN concludeerde toen al uit het rapport dat dit wel mogelijk is, zeker met een verkort MRI protocol. Door deze tussenstap naar een bevolkingsonderzoek op maat zo snel mogelijk in te voeren, zal het aantal intervalkankers (kanker die ontdekt wordt tussen twee bevolkingsonderzoeken in) per direct dalen en de kwaliteit verbeteren. In het advies van de Gezondheidsraad wordt vaak genoemd dat een verandering in het bevolkingsonderzoek een grote logistieke operatie is. BVN vindt dat dit geen argument mag zijn en pleit ervoor om op tijdelijke basis de verandering voor vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel in te voeren.
Artificiële Intelligentie:
BVN is van mening dat het mogelijk is de kwaliteit te verbeteren door snelle inzet van AI (Artificiële Intelligentie). Recent onderzoek toont aan dat AI uitstekend, zelfs iets beter, in staat is om mammografieën te beoordelen dan een radioloog. Naast verbeterde kwaliteit kan de inzet van AI bijdragen aan het verlagen van de werkdruk onder radiologen. Voor de Scandinavische studie is Nederlandse AI gebruikt en in verschillende Scandinavische landen is het al ingevoerd. BVN begrijpt niet waarom het hier niet sneller ingevoerd kan worden, desnoods eerst als pilot. Graag helpt BVN bij de aanbevolen voorbereidingen en beginnen we meteen.
Zorgen over uitwisseling data:
De Gezondheidsraad onderschrijft het belang van uitwisseling tussen bijvoorbeeld het bevolkingsonderzoek en ziekenhuizen. BVN (h)erkent dat er veel belemmeringen zijn en verbeteringen gaan uiterst traag. De kwaliteit van de screening kan hierdoor niet onderling beoordeeld worden, iets wat artsen graag deden en willen blijven doen. Helaas gaat het advies niet verder dan opnieuw vragen om een rapport dat de problemen in kaart brengt en dat ideeën aandraagt voor verbetering. BVN is van mening dat de problemen al jaren bekend zijn en roept op tot concrete maatregelen.
Leeftijdsgrenzen:
De Europese richtlijn (Europese Breast Guidelines) voor borstkankerscreening adviseert al langer in elk geval te screenen in de leeftijdsgroep 50-69 jaar. Voor de groep 40-44 jaar wordt screening afgeraden. Voor de groep 45-49 jaar en de groep 70-74 jaar wordt screening nu ook aanbevolen. Er lopen daarnaast verschillende studies naar de leeftijdsgrenzen: starten bij 40 en ook doorgaan tot boven 75, ook in Nederland een wens van sommige vrouwen van 75+. De Gezondheidsraad onderstreept het nut van starten op 45 jarige leeftijd (ipv de huidige 50). De Gezondheidsraad heeft vervolgens berekeningen gemaakt wat dit zou betekenen voor gezondheidswinst. Deze berekeningen zijn gedaan uitgaande van de huidige (krappe) capaciteit. Hoe meer screening er gedaan moet worden, hoe vaker de screening om de twee jaar niet gehaald zal worden. Op basis hiervan adviseert de Gezondheidsraad alsnog om het niet in te voeren voor vrouwen tussen de 45 en de 50. Dit heeft dus niets te maken met het nut van de screening voor deze vrouwen. BVN vindt het triest dat op deze manier een groep vrouwen in Nederland niet in aanmerking komt voor het bevolkingsonderzoek.
Borstkanker in de familie:
In Nederland is voor vrouwen met erfelijke aanleg voor borstkanker of borstkanker in de familie gelukkig een eigen richtlijn. Deze richtlijn wordt momenteel herzien. BVN is hier, evenals Stichting Erfelijke Kanker Nederland, bij betrokken. De opsporing van borstkanker bij deze groep valt buiten het advies.
Advies op basis stand van zaken wetenschap, maar ook rekening houdend met personeelsproblemen:
De Gezondheidsraad geeft onafhankelijk advies op basis van de wetenschappelijke stand van zaken over veel onderwerpen in de gezondheidszorg. Het Ministerie heeft de Gezondheidsraad echter ook gevraagd om rekening te houden met de mogelijkheden van het bevolkingsonderzoek. Momenteel is het namelijk niet mogelijk vrouwen elke twee jaar op te roepen voor het bevolkingsonderzoek door personeelstekorten. Hierdoor is het advies niet meer alleen gebaseerd op wat het beste zou zijn om borstkanker vroeg op te sporen. Zo wordt genoemd dat een verandering een grote logistieke operatie is en dat we meerdere aanpassingen in één keer kunnen doen. BVN vindt echter dat het belang van een zo goed mogelijk bevolkingsonderzoek bovenaan moet staan. En langer wachten op aanpassingen is wat betreft BVN niet meer te verantwoorden.
Pijn:
De Gezondheidsraad geeft in haar rapport onderbouwing dat er nog geen goede alternatieven zijn voor de mammografie, regelmatig een ongemakkelijke en pijnlijke ervaring. Er volgt geen advies. Alleen het belang van goede informatievoorziening wordt genoemd. BVN mist een advies van de Gezondheidsraad om de ontwikkeling van alternatieven te stimuleren. Ook worden de op 7 september 2023 aangenomen moties die hieraan raken niet genoemd. Eén van aangenomen moties betreft het toewerken naar alternatieven voor de mammografie.
Deelnamegraad:
De Gezondheidsraad erkent een probleem in het verschil in deelname door verschillende bevolkingsgroepen. BVN is van mening dat het advies te weinig concrete adviezen geeft om de gezondheidsverschillen in Nederland te verkleinen. Zo is al in 2021 in kaart gebracht waarom vrouwen wel of niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Bij dit onderzoek waren ook het RIVM en de organisatie van het bevolkingsonderzoek betrokken.
Ook zijn daarbij acties benoemd die de deelname van specifieke groepen vrouwen mogelijk kan verbeteren. BVN vindt dat nog niet alle oplossingsrichtingen voldoende worden ingezet. BVN steunt hierbij van harte het project van Mamma Rosa en KWF om hulp te bieden bij de opsporing aan vrouwen in kwetsbare wijken. Ook vindt BVN het fijn dat er meer aandacht lijkt te zijn voor een klantvriendelijke ontvangst op de screeningslocaties.
Conclusie:
BVN neemt afstand van het advies van de Gezondheidsraad, waardoor verbeteringen van het bevolkingsonderzoek op korte termijn niet te verwachten zijn.
Het blijft helaas alleen bij nóg meer rapporten. Wat betekent dit concreet?
- Vrouwen krijgen het niet te horen als zij dicht borstklierweefsel hebben
- Vrouwen van 45 - 50 krijgen geen oproep om deel te nemen
- Er is geen advies om technieken voor minder pijnlijk borstonderzoek te stimuleren, terwijl veel vrouwen de mammografie zeer pijnlijk vinden
- De adviezen om de deelnamegraad te verbeteren zijn te mager
- Voor de uitwisseling van data - die nodig is voor de kwaliteit van zorg - tussen bijvoorbeeld bevolkingsonderzoek en ziekenhuizen, is het advies om de problemen in kaart te brengen. Maar BVN vindt de problemen duidelijk. Nu is actie nodig is.
Daarnaast blijft de frequentie van de onderzoeken voorlopig nog boven de afgesproken termijn van 24 maanden.
Kortom: geen verbeteringen, maar afwachten. Dus weten we dat er de komende jaren minder vrouwen - tijdig - gediagnosticeerd zullen worden. De minister heeft laten weten zeer positief tegenover het advies te staan. Voorlopig verandert er dus niks; wat ons betreft een gemiste kans.
Bron: www.zorgkrant.nl/anders