Blog van daluzyfe ( De diagnose )
Auteur: daluzyfe
Eindelijk mogen Maarten en ik bij de dokter binnenkomen. Dat we wederom een paar uur hebben zitten wachten is een overbodige mededeling. De chirurg kwam rennend en klagend aan. "Alles zit tegen vandaag", hoor ik hem zich mompelend en klagend verontschuldigen. "Nou, als dat maar 'tot-nu-toe' is!", grap ik, terwijl Maarten en ik in de stoelen tegenover hem plaatsnemen. Ik kijk hem aan en wacht op zijn antwoord. Ik zie het al. Onze chirurg, de verstrooide professor, trekt hetzelfde gezicht als vorige week bij mijn vriendin. Vanuit mijn tenen trekt er een enorm sterke en hete stroom door mijn lichaam omhoog. Nee! Dit kan niet! Ik kan toch geen borstkanker hebben? Ik wíl helemaal niet ziek zijn! Ik wil geen kanker! Ik ben toch nog te jong? Ik vóel me helemaal niet ziek! Nee, dit kan niet! Ik wil niet dood! Ik ben nog helemaal niet klaar met leven! Ik wil nog zoveel doen, samen met Maarten en de jongens, mijn familie en vrienden! Ik wil de jongens zien opgroeien! Ik wil weten welke fantastische vrouw ze zullen gaan trouwen! Ik wil straks van mijn kleinkinderen genieten! En ik wil nog zoveel reizen! Ik heb toch met Maarten afgesproken dat we over 30 jaar nog samen van een kopje koffie en een croissantje gaan genieten? Op een gezellig terrasje versierd met mooie kleurrijke Bougainvilles, onder het Zuid-Franse zonnetje! Ik kan nú toch nog niet dood? Wanhopig kijk ik mijn lieve Maarten aan en voel mijn eerste tranen over mijn wangen biggelen. In de verre verte hoor ik de dokter met Maarten een afspraak maken voor een volgende operatie op maandag. Mijn lymfeklieren moeten gecontroleerd worden; hij zal er een aantal uit moeten halen om te kijken of er uitzaaiingen zijn (de poortwachtersklier-procedure). Ook geeft hij Maarten een stapel verwijzingen voor een botscan, longscan, echo van pelvis, baarmoeder, eierstokken, MRI en nog meer bloedtesten.
Hij legt uit dat dit geen hormonale borstkanker is, maar een agressieve vorm, triple negatief. Snelgroeiend en niet gevoelig voor hormonen. "Het komt goed", hoor ik hem nog zeggen, "maar we kunnen niet al te lang wachten, dus het zou goed zijn deze testen zo snel mogelijk te laten uitvoeren."
Verbouwereerd lopen we zijn kamer uit. Déjà vu. Weer huilend. Alleen huil ík nu in de armen van Maarten... Op de gang zit mijn vriendin en huilt met ons mee. De dokter aanschouwt het tafereel in de deuropening, wachtende op mijn vriendin. Zij heeft alle onderzoeken al gedaan en gaat nu de resultaten bespreken. Zij zit al in de malle molen van het ziekenhuis. Vanaf vandaag neem ik plaats naast haar; in de malle molen van het ziekenhuis, de malle molen van het leven; voor de rest van ons leven...
Eenmaal thuis pak ik meteen de telefoon en bel mijn ouders. Mijn moeder hoort mijn stem, verstaat me niet goed en denkt dat ik aan het lachen ben. Ik hoor haar 'mee-'lachen en vragen waarom ik precies lach. "Mam..', het is lastig de woorden door mijn dikke, droge keel naar buiten te laten, 'ik heb borstkanker", laat ik haar uiteindelijk weten. Het is heel lang stil en daarna stelt mijn moeder me alleen maar vragen. Ze begrijpt er niets van. "Hoe kán dat nou? Waarom jij? Mijn dochter! Als íemand het zou moeten krijgen ben īk t met mijn 73 jaar. Niet jij!" Zo lief... Ik begrijp haar. Het moet enorm pijn doen. Als moeder wil je alle nare ziektes hebben, als je kind het maar niet is. Na mijn moeder is mijn lieve zus aan de beurt. Ze schrikt zich rot, maar ik vóel dat ze zich sterk houdt, zo is ze. Daardoor kan ik ook iets makkelijker uit mijn woorden komen. Ik leg haar alles uit en vertel dat ik na de uitslag van mijn lymfeklier-operatie wat meer zal weten. Waarschijnlijk volgt er wel een chemo-kuur in verband met de grootte van de tumor en agressiviteit van 'mijn kanker'. "En ik heb eindelijk lang haar!", hoor ik mezelf grappen. Na mijn zus probeer ik nog wat energie te vinden om ook nog wat vriendinnen te bellen. Daarna leg ik de telefoon weg. Ik kan niet meer. Ik ben óp, ik kan me niet herinneren dat ik zoveel gehuild heb. Ik hoor Maarten thuiskomen. Hij heeft de jongens van school gehaald. Onderweg heeft hij de jongens al ingelicht. Als ik ze zie, kan ik mijn tranen niet bedwingen. Mijn lieve jongens. Hier sta ik dan, jullie moeder. Ziek, een wrak. Dat kan toch niet? Ik moet juist sterk voor jullie zijn... Ik omhels ze, wat is het toch zalig ze te voelen en te ruiken. Maarten en ik zijn altijd heel open en praten heel veel. We vinden dat heel belangrijk. Ik weet, er zijn mensen die er nu bijvoorbeeld voor kiezen de ziekte te verstoppen, dat respecteer ik, maar zo ben ik niet. Ik zou het niet kunnen. Dit is het leven en het leven gaat niet alleen maar over rozen. Ik zal de jongens niet overladen met angst en narigheid, maar ik vind wel dat ze moeten weten dat dit soort dingen, helaas, deel uitmaken van het leven. Ik leg ze uit dat ik vanaf nu heel veel testen moet gaan doen, maar dat ik zelf nog niet weet wat er gaat gebeuren. 'Ik ga niet dood hoor jongens, dat beloof ik jullie. Het zal een zwaar gevecht worden, maar we zullen dit samen overwinnen! Ik ga niet dood, horen jullie me?!', druk ik ze stevig op hun hart. Ik voel de tranen over mijn wangen naar beneden rollen. Het laatste wat ik wil is dat ze denken dat hun moeder er straks niet meer voor ze zal zijn...
Het weekend is een overlevingsweekend. Maarten en ik huilen alleen maar. Eerlijk gezegd: Ja, ik denk wél dat ik doodga. Gelukkig spreken we een aantal vrienden: Hun zoon heeft kort geleden aan leukemie geleden en blaakt nu van gezondheid. Het hele gezin heeft enórm gevochten, maar uiteindelijk zwaar overwonnen! Ze steken ons een hart onder de riem. Ook laten ze mij weten een aantal dingen nooit te vergeten: 'Geduld', 'Alles gaat voorbij (todo pasa)', 'Nooit medelijden met jezelf hebben' en 'Er zijn altijd ergere dingen'. Mijn vriendinnetje en haar man bezoeken we ook thuis. Zij heeft nu, na een week, goede uitslagen van haar eerste controles binnen en laat me weten dat deze mij straks ook hoop zullen geven. Daar houd ik me aan vast.
Ik besluit me sterk te maken. Ik heb borstkanker, maar ik ga KEIHARD vechten! Maak je borst maar nat, jij sluipende moordenaar! Hier kom ik aan! Bij mij krijg je geen kans; ik ga overwinnen!
Bron: www.daluzyfe.wordpress.com