Bevolkingsonderzoek kan helpen om prostaatkanker vroeg op te sporen | uroloog Pim van Leeuwen op NOS.nl.
Bevolkingsonderzoek bij mannen kan helpen om prostaatkanker in een vroeg stadium op te sporen, zeggen experts. Daardoor kunnen uitzaaiingen en sterfgevallen worden voorkomen. Uroloog Pim van Leeuwen van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam pleit voor een onderzoek op maat voor mannen die het grootste risico lopen op de ziekte.
Bron: Bevolkingsonderzoek kan helpen om prostaatkanker vroeg op te sporen | NOS.nl

'Geen houdbare situatie'
"We moeten daarom in actie komen, want het is geen houdbare situatie meer qua zorgbelasting en de toenemende kosten van medicijnen." Hij pleit er daarom voor om in een eerder stadium de ziekte op te sporen. Van Leeuwen: "We kunnen op een gestructureerde manier de mensen die het hoogste risico op prostaatkanker hebben identificeren. Als we deze mannen op tijd een passend screeningsprogramma aanbieden, kunnen we een heel aantal uitzaaiingen en sterfgevallen terugdringen."
Vergrijzing en bewustzijn:
Dat er nog geen bevolkingsonderzoek is, komt omdat de Gezondheidsraad de voordelen niet vindt opwegen tegen de nadelen, vertelt Van Leeuwen. Ook konden onderzoeken volgens hem pijnlijk zijn en kunnen behandelingen bijwerkingen hebben. "Soms hebben patiënten daar de rest van hun leven nog last van."
Maar dankzij nieuwe ontwikkelingen en betere technieken in de diagnostiek is er vooruitgang geboekt. "De overdiagnose is verminderd." Daarmee verwijst hij naar het fenomeen waarbij een 'ziekte' wordt vastgesteld die geen klachten geeft.
Ook zijn de nadelen van het nemen van een pijnlijke biopt, waar vaak risico's op infecties aan kleven, volgens hem minder geworden. "Die worden nu alleen nog gedaan via een MRI-scan en onder verdoving. De kans op infecties is bijna nul geworden en de nadelen ervan veel minder." De uroloog raadt mannen aan om vanaf hun 50e jaar zich te laten informeren over vroegdiagnostiek.
Opsporing borstkanker als voorbeeld:
Volgens de Prostaatkankerstichting is het tijd "dat vroege opsporing van prostaatkanker net zo vanzelfsprekend wordt als die van borstkanker". Daarom pleit de stichting "voor een proeftuin waarin onderzocht wordt hoe screening verantwoord kan worden ingezet".
Ruigrok zegt dat zijn stichting in gesprek is met verschillende partijen in de zorg om dat mogelijk te maken, maar dat blijkt een "complex proces" te zijn.
"Dat heeft te maken met hoe er in het verleden gedacht werd over het diagnosticeren van prostaatkanker", vertelt Ruigrok. "Ook heeft het te maken met de discussie over of ziekenhuizen niet overbelast worden. Wij denken dat het een kwestie is van goed en anders organiseren, zoals het ook bij borst- en darmkanker is georganiseerd."
Bron: www.avl.nl/nieuwsberichten