Bestraling.
Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Bestraling wordt samen met de operatie en chemotherapie het meest gebruikt om kanker te behandelen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.
Hoe werkt bestraling?
Bestraling is een plaatselijke behandeling die kankercellen vernietigt. De omliggende gezonde cellen worden zo veel mogelijk gespaard. Kankercellen kunnen minder goed tegen straling dan gezonde cellen. Gezonde cellen die bestraald zijn herstellen zich over het algemeen weer.De straling is onzichtbaar, niet te ruiken of te voelen. Straling beschadigt het erfelijk materiaal in de cel. Hierdoor kan de kankercel zich niet meer delen en gaat dood. Erfelijk materiaal in de cel noemt men DNA.
Verschillende vormen
Er zijn verschillende vormen van bestraling:
- uitwendige bestraling
- inwendige bestraling:
- inwendige bestraling met een afterloading apparaat
- inwendige bestraling met permanente implantatie - een combinatie van inwendige en uitwendige bestraling
Uitwendige bestraling wordt het meest gegeven.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Inwendige bestraling
- baarmoederhalskanker
- baarmoederkanker
- blaaskanker
- prostaatkanker
- slokdarmkanker
- tumoren in het hoofd-halsgebied
De arts kan u inwendige bestraling adviseren als onderdeel van de bestraling of als enige behandeling. Het is advies is afhankelijk van de soort kanker het het stadium.
- met een afterloading apparaatals permanente implantatie
Een ander woord voor inwendige bestraling is brachytherapie. Brachy is Grieks voor dichtbij.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Uitwendige bestraling
- 'harde' röntgenstraling
- elektronenstraling
Precisiebestraling
Precisiebestraling wordt onder meer gegeven bij:
- hersentumoren
- leverkanker
- longkanker
- oogmelanomen
Precisiebestraling kan worden gegeven met verschillende soorten bestralingsapparaten. Bijvoorbeeld met een lineaire versneller of met speciaal ontwikkelde apparaten. Een ziekenhuisopname is niet nodig. U hoeft ook minder vaak naar het ziekenhuis dan bij andere bestralingsschema's.
Elektronenstraling
Welk toestel wordt gebruikt, hangt af van de plaats van de tumor. Hoe dieper de tumor zit, des te sterker de straling moet zijn om voldoende door te kunnen dringen tot de kankercellen.
De keuze van het toestel wordt dus onder meer bepaald door de soort straling die nodig is om de kankercellen te kunnen vernietigen. Zo zullen patiënten met een huidtumor worden bestraald met oppervlakkig indringende straling. Voor de meeste andere tumoren moet echter straling met een groot doordringend vermogen worden gebruikt.
Het te behandelen gebied wordt van buitenaf - door de huid heen - bestraald. De radiotherapeut of radiotherapeutisch laborant zorgt ervoor dat de stralenbundel nauwkeurig wordt gericht en dat het omliggende, gezonde weefsel zo veel mogelijk buiten het te bestralen gebied blijft. De straling uit een toestel dringt van buitenaf door tot de kankercellen.
Duur van de behandeling
Na de bestraling blijft geen straling in het lichaam achter. Patiënten worden dus niet radioactief. Er komt ook geen straling in bijvoorbeeld zweet, urine, ontlasting of sperma. Een vorm van uitwendige bestraling is stereotactische bestraling. Een ander woord voor stereotactische bestraling is precisiebestraling.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bestraling in combinatie met hyperthermie
Bestraling in combinatie met hyperthermie wordt bij een aantal soorten kanker als standaardbehandeling aangeboden, omdat uit onderzoek is gebleken dat hiermee de resultaten beter zijn dan na alleen bestralen.
Er wordt nog steeds onderzoek verricht om vast te stellen bij welke andere soorten kanker hyperthermie een waardevolle verbetering van het effect van bestraling geeft.
Hyperthermie vindt plaats in daarin gespecialiseerde radiotherapiecentra:
- Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC)
- Erasmus Medisch Centrum
- Instituut Verbeeten
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Doel van bestraling
Aanvullende bestraling
Adjuvante bestraling kan plaatsvinden na een operatie om eventueel achtergebleven kankercellen te vernietigen. Bestraling kan ook vóór een operatie worden toegepast om de tumor kleiner te maken, zodat deze makkelijker kan worden verwijderd. In dit geval spreekt men van neo-adjuvante bestraling.
Curatieve bestraling
- prostaatkanker
- zaadbalkanker
- huidkanker
- slokdarmkanker
- longkanker
Soms wordt een in opzet genezende behandeling gegeven in combinatie met een operatie. Ook combinaties met chemotherapie komen steeds vaker voor. Onder meer bij:
- baarmoederhalskanker
- baarmoederkanker
- longkanker
- hoofd-halstumoren
Palliatieve bestraling
Bestraling kan als palliatieve behandeling worden toegepast bij:
- pijn
- bloedingen
- belemmering van een doorgang (zoals in de slokdarm)
- andere verschijnselen die ontstaan door druk van een tumor op zenuwbanen of nabijgelegen organen
Vaak gaat het dan om een kortdurende behandeling waardoor het dagelijks leven van de patiënt wordt verbeterd. Deze verbetering kan lang aanhouden. Uw specialist (radiotherapeut-oncoloog) zal u uitleggen met welke bedoeling hij een behandeling met bestraling aan u voorstelt.
Pijn
Ook kunnen mensen het gevoel hebben dat de pijn tijdens of kort na de behandeling eerst wat toeneemt, waarna langzaam een verbetering in de situatie optreedt. Soms neemt de pijn na de bestraling niet af. Neem dan opnieuw contact op met uw behandelend arts.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bestraling bij uitzaaiingen
Bestraling kan ook voor andere uitzaaiingen een goede behandeling zijn. Voorbeelden zijn:
- uitzaaiingen in de hersenen die neurologische klachten geven
- lymfeklieruitzaaiingen die tegen een bloedvat of luchtweg drukken, waardoor het bloed niet meer goed kan doorstromen of benauwdheid is ontstaan.
Voor palliatieve bestraling is vaak 1 bestraling of een korte serie bestralingen (bijvoorbeeld 5 tot 10 keer, 4 tot 5 keer in de week) voldoende. De klachten kunnen bij het begin van de behandeling tijdelijk even toenemen. De positieve effecten van de bestraling zijn meestal pas na enkele dagen tot weken na de bestraling merkbaar.
Bron: www.kanker.nl