Behandelingen in de palliatieve fase.
In de palliatieve fase van uw ziekte kunt u vaak nog een of meer palliatieve behandelingen krijgen. Door deze behandelingen zult u niet meer genezen. Wel kunnen ze soms uw leven verlengen, en pijn en andere ongemakken verminderen.
Chemotherapie, doelgerichte therapie, immunotherapie, bestraling of een operatie zijn voorbeelden van behandelingen die palliatief kunnen worden ingezet. Verder kunt u medicijnen krijgen, bijvoorbeeld tegen misselijkheid of pijn.
Zijn er nog palliatieve behandelingen mogelijk in het ziekenhuis, dan blijft u onder controle van uw specialist. Hij houdt bij hoe uw ziekte zich ontwikkelt en welke klachten u heeft.
Samen met uw arts een afweging maken:
Veel behandelingen hebben bijwerkingen. En soms is er ook een risico op complicaties. Dit geldt ook voor palliatieve behandelingen.
U beslist zelf of u behandeld wilt worden of niet. Brengt een palliatieve behandeling of ingreep een groot risico op ernstige complicaties met zich mee? Dan zult u met uw arts goed afwegen of u voor deze behandeling wilt gaan.
Neem de tijd om deze beslissing te nemen. Bedenk daarbij goed wat u belangrijk vindt. U kunt ook besluiten om af te zien van behandeling.
Bijwerkingen palliatieve behandeling:
De arts of verpleegkundige zal u vertellen welke bijwerkingen u kunt verwachten. De bijwerkingen of complicaties bij een palliatieve behandeling hangen af van het soort behandeling.
Genezing niet meer mogelijk:
Een palliatieve behandeling is niet genezend. U kunt u er wel een stuk beter door voelen. Als uw arts zegt dat de behandeling 'goed aanslaat', bedoelt hij dat de ziekte goed op de behandeling reageert. Bijvoorbeeld omdat uw uitzaaiingen kleiner worden. Hij bedoelt niet dat u toch nog zult genezen.
Bron: www.kanker.nl