Behandelingen.
Chemotherapie.
Chemotherapie is een behandeling met stoffen die we cytostatica of chemotherapeutica noemen. Deze middelen kunnen kankercellen doden of kunnen de groei van kankercellen remmen. Er zijn veel verschillende cytostatica die ieder op een andere manier de kankercel aanvallen. Het voornaamste aangrijpingspunt van de meeste cytostatica is de celdeling.
Kwaliteitshandboek cytostatica voor zorgprofessionals
Vanwege onze kennis en expertise met chemotherapie heeft het Antoni van Leeuwenhoek voor professionals uit andere ziekenhuizen een kwaliteitshandboek cytostatica opgesteld.
Stamceltransplantatie (autologe/allogene).
Autologe stamceltransplantatie.
Onder bepaalde omstandigheden wordt aan patiënten een zeer hoge dosis chemotherapie gegeven gevolgd door een autologe stamceltransplantatie. Het doel van deze behandeling is om met deze zeer hoge dosis chemotherapie de kans op genezing of het zeer langdurig wegblijven van de kanker te vergroten. Omdat de aanmaak van bloedlichaampjes na deze hoge dosis chemotherapie sterk onderdrukt is, worden stamcellen van de patiënt zelf gebruikt om de behandeling te ondersteunen.
Leukaferese.
De stamcellen van de patiënt worden voorafgaand aan de dosis chemotherapie verzameld via een katheter die in een ader is ingebracht en tijdelijk ingevroren. Dit noemt men het oogsten van stamcellen of leukaferese. Na de hoge dosis chemotherapie worden dezelfde stamcellen na ontdooiing via een infuus weer teruggegeven in de bloedbaan van de patiënt. Deze stamcellen gaan uitgroeien tot normale bloedlichaampjes in het beenmerg en zorgen voor sneller herstel van het aantal bloedlichaampjes.
Bij welke kankersoorten mogelijk.
Deze intensieve behandeling kan toegepast worden bij terugkeer na eerdere chemotherapie van bepaalde vormen van lymfeklierkanker (Hodgkin lymfoom en non-Hodgkin lymfoom), bij het multipel myeloom (ziekte van Kahler), terugkeer van zaadbalkanker na eerdere behandeling met chemotherapie en bij borstkanker onder specifieke voorwaarden in studieverband.
Meer informatie.
Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar onze patiëntenfolder perifere stamceltransplantatie en overige informatie over dit onderwerp die u via uw arts of verpleegkundige kunt vragen.
Allogene stamceltransplantatie.
Naast een autologe stamceltransplantatie kan ook een allogene stamceltransplantatie toegepast worden. In dat geval krijgt de patiënt na een voorbehandeling stamcellen van een identieke donor toegediend. Deze vorm van behandeling vindt in ons ziekenhuis niet plaats, maar in universiteitsziekenhuizen.
Bij welke kankersoorten mogelijk,
Allogene stamceltransplantaties worden onder bepaalde voorwaarden toegepast bij onder andere acute leukemieën, multiple myeloom en bepaalde vormen van lymfeklierkanker.
Fertiliteitspreservatie voor start behandeling.
Deze behandeling kan schadelijke effecten voor de vruchtbaarheid geven. Het AVL heeft aandacht voor de kwaliteit van leven van de patiënt na de behandelingen en biedt de mogelijkheid voor fertiliteitspreservatie.
Lees hier meer over fertiliteitspreservatie.
Immunotherapie.
Immunotherapie is een behandeling waarbij het natuurlijke afweerweersysteem van het lichaam versterkt en gemanipuleerd wordt om kanker te bestrijden.
Toepassing immunotherapie.
Soms is immunotherapie voldoende om de kanker onder controle te houden, maar vaker wordt immuuntherapie gebruikt om de werking van chemotherapie te versterken. De meest voorkomende toepassing van immunotherapie is echter als palliatieve behandeling om klachten te verminderen en de levensduur van een patiënt te verlengen.
Vijf soorten immunotherapie.
Er zijn vijf soorten immunotherapie: een behandeling met monoklonale antilichamen, met cytokines, met vaccins, celtherapie en gentherapie.
Bron: www.avl.nl