Behandeling van Longkanker.

21-01-2014 20:46
 

 


BEHANDELING.


Bij de behandeling van longkanker zijn er twee typen te onderscheiden, curatieve en palliatieve behandelingen. Curatieve behandelingen zijn behandelingen die genezing als doel hebben. Wanneer genezing niet meer mogelijk is, kunnen er nog wel palliatieve behandelingen gegeven worden. Deze behandelingen zijn gericht op het remmen van de ziekte, vermindering van de klachten en het zo veel mogelijk voorkomen van complicaties.

Aanvullende behandelingen kunnen onderdeel zijn van een curatieve behandeling. Een voorbeeld hiervan is chemotherapie na een operatie om eventuele niet-waarneembare uitzaaiingen te bestrijden en daarmee de kans op ziektevrije, langdurige overleving te vergroten. Of chemo- of radiotherapie voor een operatie om de tumor te verkleinen.

 

NIET KLEINCELLIG.


Curatieve behandeling.


Omdat bij deze vorm van longkanker de tumor langzamer groeit, bestaat er bij vroege ontdekking nog kans op genezing. Een operatie waarbij de tumor met eventueel de nabijgelegen lymfeklieren verwijderd wordt, biedt de grootste kans. Dit kan alleen als de tumor niet te ver is doorgegroeid in omliggend weefsel en niet is uitgezaaid. Afhankelijk van de ligging en grootte van de tumor, zal de chirurg een deel van de long of de hele long wegnemen. Helaas komt niet iedereen in aanmerking voor een operatie. Dit is afhankelijk van het stadium van de ziekte, de lichamelijke conditie en eventuele andere aandoeningen zoals bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of COPD.

Een operatie kan worden gecombineerd met andere behandelingen, zoals chemotherapie of radiotherapie. Bij chemotherapie worden de kankercellen door middel van medicatie vernietigd. Omdat de medicijnen via het bloed in het hele lichaam komen, kunnen in het hele lichaam losse kankercellen worden vernietigd. Bij radiotherapie worden de kankercellen vernietigd door bestraling van de tumor.



Palliatieve behandeling.


In veel gevallen is genezing niet mogelijk omdat de tumor al te groot is, er uitzaaiingen zijn of omdat er andere gezondheidsproblemen meespelen. In die gevallen wordt er overgegaan op een palliatieve behandeling: behandeling gericht op het remmen van de kankergroei en het bestrijden van klachten.

De keuze voor een bepaalde behandeling wordt gemaakt op grond van de algemene conditie en de uitgebreidheid van de tumor. Als de tumor nog beperkt is tot de borstholte, wordt er over het algemeen gekozen voor bestraling, soms in combinatie met chemotherapie. Als de tumor zich al tot buiten de borstholte heeft ontwikkeld, wordt er meestal gekozen voor chemotherapie en klachtgerichte bestralingen. Als er geen klachten zijn, wordt er niet behandeld.



Niet behandelen.


Als de tumor zich heeft uitgebreid tot buiten de borstholte, terwijl er geen klachten zijn, kan besloten worden om te wachten met de behandeling. Deze keuze hangt af van de algemene conditie en eigen wensen. Als er na een tijdje toch klachten ontstaan, kan er alsnog worden behandeld.



Meer informatie.


In de verwijsgids staat een aantal links waar u meer kunt vinden over de verschillende behandelmethoden.


 


KLEINCELLIG.


Operatie


Soms wordt de kanker vroeg ontdekt en zijn er nog geen uitzaaiingen. Alleen dan is een operatie mogelijk. Deze heeft hetzelfde doel en verloopt hetzelfde als bij niet-kleincellige longkanker.


Chemotherapie



Chemotherapie wordt vaak toegepast bij kleincellige longkanker wanneer opereren niet meer mogelijk is. Het doel kan dan zijn om de kankercellen te remmen in hun groei en zo het leven te verlengen.


Radiotherapie


Vaak worden chemokuren gecombineerd met bestralingen (radiotherapie). De straling vernietigt eventueel achtergebleven kankercellen. Soms worden uit voorzorg ook de hersenen bestraald.


Meer informatie


In de verwijsgids staat een aantal links waar u meer kunt vinden over de verschillende behandelmethoden.


 


 

Bron:  www.longkanker.nfk.nl