Alle informatie over keelkanker.

29-11-2020 17:24





Wat is keelkanker:

Bij keelkanker zit er een kwaadaardige tumor in de keel. De medische term voor keelkanker is farynxcarcinoom.


Cijfers over keelkanker:

In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer 850 mensen de diagnose keelkanker. De meeste patiënten zijn mannen tussen de 55 en 75 jaar.


Klachten bij keelkanker:

Mensen met keelkanker hebben in het begin vaak onduidelijke klachten. Zoals keelpijn die niet vanzelf overgaat, moeite met slikken en opgezette klieren in de hals. Hierdoor wordt vaak pas laat duidelijk dat het om keelkanker gaat.


Risicofactoren van keelkanker:

De belangrijkste risicofactoren voor keelkanker zijn roken, veel alcohol drinken en een besmetting met het humaan papillomavirus (HPV).


Soorten kanker in de keel:

Een keeltumor kan op verschillende plekken zitten: in het bovenste, het middelste of het onderste deel van de keel. Keelkanker zit het vaakst in het middelste deel. Dat is de mond-keelholte.


Uitgezaaide keelkanker:

Bij de diagnose keelkanker hebben de meeste mensen al uitzaaiingen. De uitzaaiingen zitten meestal in de lymfeklieren van de hals. Ook kunnen er uitzaaiingen in andere organen zitten. Vaak is dat in de longen, de lever of de botten.


Bekijk de uitgebreide informatie over keelkanker.


Samenvatting:

Bij keelkanker zit er een kwaadaardige tumor in de keel.



De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Roken
  • Veel alcohol drinken
  • Besmetting met het humaan papillomavirus (HPV)



Klachten zijn in het begin vaak onduidelijk. Hierdoor wordt de ziekte vaak pas laat ontdekt.

Voor de diagnose doet de arts een kijkonderzoek en neemt hij of zij wat weefsel weg. Indien nodig zijn er aanvullende onderzoeken om uitzaaiingen op te sporen.


Mogelijke bij keelkanker zijn:


  • Operatie
  • Bestraling
  • Chemotherapie
  • Chemoradiatie
  • Immunotherapie



Onderzoeken bij keelkanker:

Er zijn verschillende onderzoeken nodig om te kunnen bepalen of het om keelkanker gaat. En of er uitzaaiingen zijn. Deze onderzoeken vinden in het ziekenhuis plaats, meestal door een KNO-arts. Dit is een arts gespecialiseerd in ziektes aan de keel, neus en oren.


De belangrijkste onderzoeken bij keelkanker staan hieronder genoemd. Niet alle onderzoeken zijn altijd nodig.



Lichamelijk onderzoek:

Eerst onderzoekt de arts het hele gebied van de mond, keel, neus en oren. De arts voelt of er verdikkingen in de hals zijn die kunnen wijzen op uitzaaiingen in de lymfeklieren.


Kijkonderzoek van de keel:

Vervolgens doet de arts een kijkonderzoek van de keel. Met een kijkonderzoek kan de arts de keelholte bekijken en zien of er een afwijking zit.


Het onderzoek kan op 2 manieren: met een flexibele slang, of met een starre kijkbuis. Soms is het nodig om voor het kijkonderzoek onder narcose te gaan.



Biopsie bij het kijkonderzoek:

Tijdens het kijkonderzoek kan de arts een biopsie doen. De arts neemt dan een stukje weefsel van de afwijking weg. Dat heet een biopt. De patholoog onderzoekt het biopt in het laboratorium en kan dan vaststellen of het om keelkanker gaat.


CT-scan:

Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien en dus ook de precieze plek van de tumor. Het scan-apparaat maakt gebruik van röntgenstraling en een computer.


De patiënt ligt op een tafel en schuift door de ronde opening van de CT-scanner. Tijdens het onderzoek maakt het apparaat een serie foto's. De CT-scanner maakt ook uitzaaiingen zichtbaar.


Soms is het gebruik van contrastvloeistof nodig. Dit kan het resultaat van de scan duidelijker maken. De medewerker van de afdeling Radiologie dient de vloeistof via een infuus toe, of de patiënt krijgt het als drankje. Sommige mensen zijn overgevoelig voor contrastvloeistof. Het is belangrijk om dit voor het onderzoek aan de arts te melden.


MRI-scan:

Een MRI-scan werkt met een magneetveld, radiogolven en een computer. Het scan-apparaat maakt foto's in de lengte of de breedte van het lichaam. Zo kan de arts een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.


Tijdens dit onderzoek ligt de patiënt in een soort koker of tunnel. Sommige mensen vinden dit benauwend. Het apparaat maakt veel lawaai. Een koptelefoon met muziek kan helpen.

Soms is naast een CT-scan ook een MRI-scan nodig. Of de MRI-scan wordt gemaakt in plaats van de CT-scan.



PET-scan of PET-CT-scan:

Op een PET-scan kan de arts kankercellen onderscheiden van gewone cellen. Zo kan de arts uitzaaiingen in het hele lichaam opsporen.


Eerst krijgt de patiënt een licht radioactieve vloeistof in een bloedvat ingespoten en moet daarna een tijdje stil liggen in een aparte kamer. Wanneer de kankercellen genoeg radioactieve stof hebben opgenomen, kan de scan gemaakt worden.


Het apparaat heeft een ronde opening waar de patiënt op een tafel een paar keer doorheen schuift. De scanner maakt foto's vanuit alle hoeken. Een PET-scan kan ook samen met een CT-scan. Dan heet het onderzoek: PET-CT-scan.



Echografie van vergrote halsklieren:

Als keelkanker uitzaait, is dat bijna altijd als eerste naar de lymfeklieren in de hals. De arts kan uitzaaiingen in de halsklieren opsporen met een echografie.


Echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm.


Tijdens het onderzoek smeert de arts of echolaborant gel op de huid. Hij of zij beweegt een klein apparaatje over de huid dat de geluidsgolven uitzendt.


Op de echografie ziet de arts of de lymfeklieren groter zijn dan normaal. Bij vergrote lymfeklieren bestaat de kans dat deze uitzaaiingen bevatten. De arts doet dan een punctie.


Punctie van lymfeklieren in de hals:

Bij een punctie zuigt de arts cellen en vocht op met een dunne, holle naald. Dit kan pijnlijk zijn. De arts haalt de cellen en het vocht uit de afwijking. Een patholoog onderzoekt ze onder de microscoop.


Een echografie met punctie is alleen nodig als na de andere onderzoeken nog niet duidelijk is of er uitzaaiingen in de halsklieren zitten.


Lees hier verder over onderzoeken bij keelkanker.



De diagnose keelkanker:

Als de uitslagen van de onderzoeken bekend zijn, is er een gesprek met de arts. Als het om keelkanker blijkt te gaan, zal de arts meer uitleggen over de tumor. Bijvoorbeeld hoe uitgebreid de kanker is (het stadium) en of de kanker is uitgezaaid.


Het is belangrijk om iemand mee te nemen naar dit gesprek: 2 horen meer dan 1. Ook kan het handig zijn om het gesprek op te nemen. Dan is later terug te luisteren wat de arts heeft gezegd.


Overleg dit van tevoren altijd even met de arts.


In het gesprek stelt de arts een behandeling voor. Het is tegenwoordig heel gewoon om mee te beslissen over de behandeling en samen met de arts de beste keuze te maken.



Tijdens het gesprek kunnen deze 3 vragen helpen:


  • Wat zijn mijn mogelijkheden?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden?
  • Wat betekent dat voor mijn situatie?


Bekijk meer tips voor het gesprek met de arts bij keelkanker.



Behandeling van keelkanker:

Bij keelkanker zijn meerdere behandelingen mogelijk. Welke behandeling de arts voorstelt, ligt aan de soort keelkanker, de ernst van de ziekte en de conditie van de patiënt. Het is ook mogelijk om af te zien van een behandeling.


Keelkanker is zeldzaam. Daarom vindt de behandeling plaats in een gespecialiseerd ziekenhuis.


De meest voorkomende behandelingen van keelkanker staan hieronder genoemd.


Operatie:

Een tumor in de keel kan weggehaald worden met een operatie. Het doel van de operatie is om te genezen van de keelkanker.


Tijdens de operatie verwijdert de arts de tumor en het weefsel eromheen. Zo is de kans het grootst dat alle kankercellen weg zijn. Soms moet de arts ook een stuk bot of huid verwijderen.


Er zijn verschillende operaties voor keelkanker. Het hangt van de plek en grootte van de tumor af welke operatie het meest geschikt is. Meestal is een ingrijpende operatie nodig. Na de operatie volgt vaak een nabehandeling met chemoradiatie, of met bestraling.


Bestraling:

Bij keelkanker is bestraling (radiotherapie) een veelgebruikte behandeling. Je kunt op verschillende momenten van de behandeling bestraling krijgen. De bestraling kan helpen om te genezen van de keelkanker. Ook als genezing niet meer mogelijk is, kan bestraling helpen om klachten van de tumor te verminderen.


Tijdens de behandeling komt de straling uit een bestralingstoestel. De bestraling gaat van buitenaf door de huid heen. De radiotherapeut en radiotherapeutisch laborant bepalen nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek van de bestraling. U kunt bestraald worden met fotonen en protonen.


Chemotherapie:

Bij keelkanker is een genezende behandeling met chemotherapie altijd samen met bestraling. Dit heet chemoradiatie (zie onder). Chemotherapie kan ook helpen bij uitzaaiingen, om de ziekte te remmen en klachten te verminderen.


Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Meestal wordt chemotherapie via een infuus in een ader gegeven.


Na de behandeling volgt een rustperiode van enkele weken. Zo'n cyclus van behandeling en de rustperiode heet een chemokuur. Een behandeling bestaat meestal uit meerdere chemokuren.


Chemoradiatie:

Chemoradiatie is een combinatie van chemotherapie en bestraling. De behandeling is bedoeld om te genezen van de keelkanker. Chemoradiatie kan als hoofdbehandeling, of na de operatie.


Chemoradiatie is een zware behandeling. Alleen mensen met een goede conditie krijgen het. Voor mensen met een minder goede conditie is er de mogelijkheid van bestraling samen met doelgerichte therapie.


Verwijdering van de halsklieren bij keelkanker (halsklierdissectie)

Een tumor in de keel zaait vaak als eerste uit naar de lymfeklieren in de hals. Is dit het geval, dan kan de arts de halklieren verwijderen. Dit heet een halsklierdissectie.


Hoeveel halsklieren de arts weghaalt, hangt af van het aantal uitzaaiingen en de precieze plaats. De arts kan deze operatie ook uit voorzorg doen.


Immunotherapie:

Immunotherapie is bij keelkanker een optie als genezing niet meer mogelijk is. De immunotherapie kan de ziekte remmen en klachten verminderen. Het doel is verlenging van het leven en het verbeteren van de kwaliteit van leven.


Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem stimuleert om kankercellen aan te vallen. Hierdoor ziet het afweersysteem de kankercellen als vreemde cellen, net zoals bacteriën en virussen. De afweercellen ruimen de kankercellen op. De behandeling werkt niet direct in op de tumor (zoals doelgerichte therapie), maar is gericht op het afweersysteem zelf.


Controles tijdens en na de behandeling:

Tijdens en na de behandeling van keelkanker is het gebruikelijk dat je nog regelmatig op controle komt. De controles kunnen in het ziekenhuis maar soms ook bij de huisarts plaatsvinden. Hoe vaak er controles zijn is per patiënt en situatie verschillend.


Bij een controle bezoek kijkt de arts:


  • of de behandeling effect heeft
  • of er bijwerkingen zijn
  • of de kanker niet is teruggekomen


Een behandeling is niet verplicht:

Het is nooit verplicht om een behandeling te volgen. Afzien van een behandeling kan altijd.


Bekijk de uitgebreide informatie over de behandeling van keelkanker.



Gevolgen van keelkanker:

Leven met kanker is niet vanzelfsprekend. Kanker en de behandeling ervan hebben vaak grote invloed op het dagelijks leven. Niet alleen op het lichaam maar ook op de geest. De behandeling van keelkanker heeft vaak gevolgen, soms voor de rest van het leven.


Bij mensen met keelkanker komen deze gevolgen vaak voor:


Veranderingen in het uiterlijk:

Door de behandeling van keelkanker kan het uiterlijk behoorlijk veranderen. Na een operatie of bestraling zijn er littekens in het gezicht en de hals. Ook kan de vorm van het gezicht veranderen of de nek smaller worden. Dit kan heel ingrijpend zijn.


Emoties en onzekerheden:

Keelkanker is een heftige ziekte. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Veel mensen met keelkanker hebben na de behandeling een ander uiterlijk. Dit kan allerlei emoties met zich meebrengen, zoals verdriet, angst of boosheid. Vaak heeft het andere uiterlijk een behoorlijke impact op je sociale leven. Gevoelens van schaamte en onzekerheid kunnen het contact met andere mensen lastiger maken.


Bespreek deze angst met de arts. Ook emoties zijn goed om te bespreken. Vaak is ook hier iets aan te doen.


Problemen met praten:

Ook kunnen er problemen met praten ontstaan. De behandeling leidt helaas vaak tot beschadigde spieren en zenuwen die nodig zijn bij praten. Ook kunnen littekens de hals en keel stijf maken, waardoor het gevoel in de mond en keel anders worden.


De klachten zijn vaak tijdelijk, maar kunnen soms blijvend zijn. De arts kan vaak van tevoren niet aangeven of er problemen met praten ontstaan, en hoe erg ze zullen zijn. Een logopedist kan helpen om beter te praten.


Voeding tijdens en na de behandeling:

Veel mensen met keelkanker hebben problemen met voeding. Eten en drinken zoals voorheen, lukt soms niet meer. Dat kan heel ingrijpend zijn. De problemen met eten en drinken kunnen door de tumor zelf komen, maar ook door de behandeling. Een diëtist kan helpen met goed eten, drinken en slikken.


Kortademigheid door keelkanker:

Keelkanker en de behandeling ervan kan kortademigheid veroorzaken en een benauwd gevoel geven. Kortademigheid ontstaat meestal door een vernauwing van de luchtwegen.


Er zijn verschillende manieren om kortademigheid te verminderen. Zoals slijm afzuigen, slijmverdunners en medicijnen tegen de zwelling. Laat de arts weten dat je last hebt van kortademigheid.


Soms is een tracheotomie nodig om de benauwdheid te verminderen. Dat is een gaatje in de huid van de hals tot in de luchtpijp. De ademhaling gaat dan via deze open verbinding tussen de luchtpijp en de buitenlucht.


Veranderingen in het seksleven:

Keelkanker en de behandeling ervan kunnen invloed hebben op het seksleven en op intimiteit. Door de behandeling hebben veel mensen minder zin in seks. Ook opgewonden raken en klaarkomen kan lastiger zijn, of niet meer lukken.


Tijdens en na keelkanker is seks mogelijk, zolang het geen pijn doet en er geen bloedingen zijn.


Het is wel verstandig te wachten met orale seks tot de wonden in de hals of keel genezen zijn.


Na de behandeling zul je opnieuw moeten ontdekken en ervaren wat op seksueel gebied kan en wat je fijn vindt. Dat kost tijd, misschien meer dan je had verwacht. Met vragen kun je altijd terecht bij je huisarts. Die kan je ook advies geven bij seksuele klachten of problemen.


Vermoeidheid:

Vermoeidheid na kanker komt veel voor. Ook bij mensen met keelkanker. Dat kan door de ziekte zelf komen, maar ook door de behandeling. Als de vermoeidheid er 6 maanden na de behandeling nog is, heet het chronische vermoeidheid. De arts kan hier een oplossing voor zoeken, bijvoorbeeld hulp van een psycholoog.


Pijn:

Kanker kan pijnklachten geven. Er kunnen veel oorzaken zijn voor de pijn. Bijvoorbeeld als de tumor op weefsel of een zenuw duwt, of als er uitzaaiingen zijn. Ook kan een behandeling met bestraling of chemotherapie pijn geven. Bespreek dit met de arts. Vaak is er iets aan te doen.


Hulp en ondersteuning bij keelkanker:

Verschillende zorgverleners kunnen extra begeleiding bieden. Zowel in als buiten het ziekenhuis. Probeer iemand te vinden die ervaring heeft met het begeleiden van mensen met kanker.


Bekijk hier de uitgebreide informatie over de gevolgen van keelkanker.

Of vind hulp tijdens en na keelkanker.


Meer informatie over keelkanker:

Ga voor de uitgebreide informatie over keelkanker, contact met anderen en vragen over de ziekte naar www.kanker.nl/keelkanker




Bron: www.pvhh.nl