Afsluiting van de bovenste holle ader.

12-02-2019 18:28



Deze tekst gaat over het vena cava superior syndroom in de palliatieve fase (als genezen niet meer mogelijk is).


Vena cava superior syndroom:

De bovenste holle ader is het bloedvat dat het bloed vanuit het hoofd-halsgebied en de armen terugvoert naar het hart. Andere namen hiervoor zijn: bovenste lichaamsader en vena cava superior. Bij een vena cava superior syndroom is deze ader voor een deel of helemaal afgesloten.


Klachten door het vena cava superior syndroom:


Bij het vena cava superior syndroom komen de volgende klachten voor:


  • opgezet gezicht, hals en/of armen
  • duidelijk zichtbare, verwijde, volle en kronkelige aders in de hals of op de borstkas
  • kortademigheid
  • hoesten


Daarnaast kunnen voorkomen:


  • heesheid
  • flauwvallen
  • hoofdpijn
  • problemen met eten
  • duizeligheid
  • verwardheid
  • niet goed kunnen zien


Oorzaken van het vena cava superior syndroom:

Het syndroom ontstaat door druk op de bovenste holle ader van buitenaf. Deze druk wordt meestal veroorzaakt door:


  • primaire tumor of uitzaaiingen (vooral bij longkanker, lymfeklierkanker en borstkanker)
  • trombose van de vena cava superior door de aanwezigheid van een katheter in het bloedvat


Minder vaak voorkomende oorzaken zijn:


  • infecties, bijvoorbeeld: tuberculose, syfilis, infectie met Nocardia-bacterie
  • ontsteking van het gebied achter het borstbeen, waarbij veel bindweefsel wordt gevormd (door eerdere bestraling van dit gebied of een infectie)
  • sarcoïdose: een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam
  • aneurysma: een verwijding van een bloedvat
  • trauma


Onderzoek en diagnostiek:

De arts zal eerst een anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek bij u doen. Een anamnese is een gesprek waarbij de arts u vragen stelt over uw voorgeschiedenis en uw klachten.


Aan de hand van de anamnese en het lichamelijk onderzoek kan de arts u adviseren om aanvullend onderzoek te laten doen, zoals:


  • röntgenfoto van de borstkas (X-thorax)
  • CT-scan van de borstkas
  • bij verdenking op trombose: contrastonderzoek van de bloedvaten
  • bij onbekende primaire tumor: cel- of weefselonderzoek om de aard van de afwijking die de bovenste holle ader afsluit vast te stellen 


Behandeling van het vena cava superior syndroom:

  • vermijden van bukken
  • vermijden van plat liggen, hoofdeinde bed omhoog
  • geen knellende kleding
  • bij kortademigheid of tekenen van hersenoedeem: eventueel medicatie om de zwelling te doen verminderen (dexamethason)
  • bij kortademigheid: eventueel zuurstof of morfine
  • bij trombose door een katheter in het bloedvat: bloedverdunners of indien centraal veneuze katheter niet doorgankelijk is: katheter verwijderen
  • bij tumoren die gevoelig zijn voor chemotherapie of hormonale therapie: chemotherapie of hormonale therapie
  • bij tumoren die niet reageren op chemotherapie: bestraling
  • bij tumoren waarbij al chemotherapie is toegepast: bestraling
  • alternatief: plaatsen van een buisje in de ader (stent) in combinatie met anti-stollingsmiddelen 


Controle:

De arts of verpleegkundige controleert aan de hand van klachten en verschijnselen het effect van de behandeling.


De controlemomenten verschillen per behandeling:


  • bij behandeling met dexamethason, zuurstof of morfine: dagelijks.
  • bij behandeling met antistollingsmiddelen: na enkele dagen.
  • na het plaatsen van een stent: na enkele dagen.
  • in geval van radiotherapie of chemotherapie: na 4 tot 8 weken.




Bron: www.kanker.nl