Afsluiting van de bovenste holle ader.
Deze tekst gaat over het vena cava superior syndroom in de palliatieve fase (als genezen niet meer mogelijk is).
Vena cava superior syndroom:
De bovenste holle ader is het bloedvat dat het bloed vanuit het hoofd-halsgebied en de armen terugvoert naar het hart. Andere namen hiervoor zijn: bovenste lichaamsader en vena cava superior. Bij een vena cava superior syndroom is deze ader voor een deel of helemaal afgesloten.
Klachten door het vena cava superior syndroom:
Bij het vena cava superior syndroom komen de volgende klachten voor:
- opgezet gezicht, hals en/of armen
- duidelijk zichtbare, verwijde, volle en kronkelige aders in de hals of op de borstkas
- kortademigheid
- hoesten
Daarnaast kunnen voorkomen:
- heesheid
- flauwvallen
- hoofdpijn
- problemen met eten
- duizeligheid
- verwardheid
- niet goed kunnen zien
Oorzaken van het vena cava superior syndroom:
Het syndroom ontstaat door druk op de bovenste holle ader van buitenaf. Deze druk wordt meestal veroorzaakt door:
- primaire tumor of uitzaaiingen (vooral bij longkanker, lymfeklierkanker en borstkanker)
- trombose van de vena cava superior door de aanwezigheid van een katheter in het bloedvat
Minder vaak voorkomende oorzaken zijn:
- infecties, bijvoorbeeld: tuberculose, syfilis, infectie met Nocardia-bacterie
- ontsteking van het gebied achter het borstbeen, waarbij veel bindweefsel wordt gevormd (door eerdere bestraling van dit gebied of een infectie)
- sarcoïdose: een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam
- aneurysma: een verwijding van een bloedvat
- trauma
Onderzoek en diagnostiek:
De arts zal eerst een anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek bij u doen. Een anamnese is een gesprek waarbij de arts u vragen stelt over uw voorgeschiedenis en uw klachten.
Aan de hand van de anamnese en het lichamelijk onderzoek kan de arts u adviseren om aanvullend onderzoek te laten doen, zoals:
- röntgenfoto van de borstkas (X-thorax)
- CT-scan van de borstkas
- bij verdenking op trombose: contrastonderzoek van de bloedvaten
- bij onbekende primaire tumor: cel- of weefselonderzoek om de aard van de afwijking die de bovenste holle ader afsluit vast te stellen
Behandeling van het vena cava superior syndroom:
- vermijden van bukken
- vermijden van plat liggen, hoofdeinde bed omhoog
- geen knellende kleding
- bij kortademigheid of tekenen van hersenoedeem: eventueel medicatie om de zwelling te doen verminderen (dexamethason)
- bij kortademigheid: eventueel zuurstof of morfine
- bij trombose door een katheter in het bloedvat: bloedverdunners of indien centraal veneuze katheter niet doorgankelijk is: katheter verwijderen
- bij tumoren die gevoelig zijn voor chemotherapie of hormonale therapie: chemotherapie of hormonale therapie
- bij tumoren die niet reageren op chemotherapie: bestraling
- bij tumoren waarbij al chemotherapie is toegepast: bestraling
- alternatief: plaatsen van een buisje in de ader (stent) in combinatie met anti-stollingsmiddelen
Controle:
De arts of verpleegkundige controleert aan de hand van klachten en verschijnselen het effect van de behandeling.
De controlemomenten verschillen per behandeling:
- bij behandeling met dexamethason, zuurstof of morfine: dagelijks.
- bij behandeling met antistollingsmiddelen: na enkele dagen.
- na het plaatsen van een stent: na enkele dagen.
- in geval van radiotherapie of chemotherapie: na 4 tot 8 weken.
Bron: www.kanker.nl