Ablatie als behandeling bij longkanker.
De meest bekende behandelingen bij longkanker zijn een operatie, radiotherapie, chemotherapie en immuuntherapie, maar heb je weleens van ablatie gehoord? Ook dit is een behandeling die soms bij longkanker mogelijk is. We vroegen Professor Erik van der Heijden om uit te leggen wat ablatie is. Samen met twee van zijn collega’s heeft hij voor ons opgeschreven hoe ablatie bij longkanker werkt:
De behandeling van longkanker hangt af van het type longkanker en het stadium. Voor tumoren in een vroeg stadium die nog in het geheel verwijderd kunnen worden is een operatie of gerichte radiotherapie vaak de eerste keus.
Voor patiënten die niet fit genoeg zijn of een te beperkte longfunctie reserve hebben en daardoor geen operatie en/of bestraling kunnen krijgen, kan een lokale behandeling met ablatie een optie zijn. Ook als longkanker terugkeert in eerder bestraald gebied of in sommige gevallen van uitzaaiingen van longkanker of andere tumoren naar de long, kan soms lokale behandeling met ablatie wenselijk zijn.
Bij ablatie bij longkanker wordt de tumor van binnenuit verhit tot zulke hoge temperaturen dat de (kanker)cellen sterven. Ook bevriezen is een mogelijkheid om kankercellen te doden (cryotherapie). Er wordt een naald (één of meerdere) in de tumor gebracht door van buitenaf te prikken onder controle van een CT scan. Deze naald wordt aangesloten op een apparaat dat door een vorm van energie zorgt dat de punt van de naald heel warm, of juist heel koud wordt. Al deze vormen van ablatie, worden uitgevoerd als onder narcose bent, hiervoor wordt u meestal ook kort opgenomen in het ziekenhuis.
Er zijn verschillende methodes van warmte-energie die gebruikt worden om de cellen te doden. Bij microwave ablatie (MWA) wordt er gebruik gemaakt van microgolven om de cellen op te laten warmen. Bij radiofrequente ablatie (RFA) wordt gebruik gemaakt van radiogolven om de cellen op te warmen. Bij cryoablatie worden de cellen niet verhit maar juist bevroren. Het is afhankelijk van de plek van de tumor, de grootte van de tumor en de voorkeur van de arts welke methode gebruikt wordt.
Ablatie van een tumor in de long is al ruime tijd beschikbaar als behandelingsoptie in gespecialiseerde ziekenhuizen. Meestal wordt microwave ablatie gebruikt. Op dit moment is alleen een behandeling van buitenaf, uitgevoerd door interventie radiologen beschikbaar. Hierbij wordt, om met de naald de tumor in de long te bereiken, tussen de ribben door geprikt. Eerst wordt eerst een klein sneetje van enkele millimeters gemaakt in de huid. Hierna wordt de naald tussen de ribben door in de tumor gebracht. Met een CT scan wordt gekeken of de naald goed in de tumor zit.
De punt van de naald wordt daarna verwarmd door de microgolven. Door de verspreiding van deze microgolven rond de naald, zullen de (kanker)cellen in een bolvormig gebied rond de naald opwarmen en sterven. Hoe langer de cellen worden verwarmd en hoe hoger de energie, hoe groter het gebied waarin de cellen worden gedood. Dit lijkt op wat er gebeurt als u eten opwarmt in een magnetron.
Naast deze route van buitenaf naar de tumoren in de long, worden er ook flexibele instrumenten ontwikkeld die het mogelijk maken om via de luchtwegen een tumor in de long te bereiken. Ook hiervoor is controle van of de juiste plek bereikt wordt met een CT-scan nodig en ervaring met CT gestuurde navigatie bronchoscopie. Nu zijn deze flexibele instrumenten nog niet beschikbaar in Europa. De verwachting is dat deze optie de komende jaren wel beschikbaar zal komen binnen wetenschappelijk onderzoek.
Bijwerkingen:
De meest voorkomende bijwerking van ablatie behandeling is het ontstaan van een klaplong. Een klaplong ontstaat door lekkage van lucht uit de long naar de ruimte tussen de long en de ribbenkast. Soms is het dan nodig om hiervoor een drain (slangetje) te plaatsen om de lucht die gelekt is weer af te kunnen zuigen.
Andere bijwerkingen die minder vaak voorkomen zijn pijn aan het longvlies of borstkast wand, bloedingen en infecties.
Door:
Emma Trouw (student technisch geneeskunde),
Erik van der Heijden (hoogleraar interventie longziekten) en
Sjoerd Jenniskens (interventie radioloog)
Afdelingen Interventie Longziekten en Interventie Radiologie Radboudumc, Nijmegen
Bron: www.longkankernederland.nl/nieuws