‘Als een zwangere vrouw hoort dat ze kanker heeft, is de roze wolk in één klap weg’.
Kankerbehandeling tijdens zwangerschap mogelijk.
In het boek staat het verhaal van Roselien. Als zij de diagnose borstkanker krijgt, zegt ze: ‘Dit gebeurt toch niet bij ons? Ik ben potverdorie nog veel te jong en 22 weken zwanger van ons tweede kindje. Hoe ver zit de kanker door mijn lijf heen?’
“Als een zwangere vrouw hoort dat ze kanker heeft, is de roze wolk in één klap weg. Mijn ervaring is dat de vrouw en haar partner volledig ontredderd zijn en dat de kanker hun leven op z’n kop zet. Ze zijn bezig met het inrichten van de babykamer en ineens gaat het over ziekenhuizen en angst voor je eigen leven. Ze hebben veel vragen over de behandeling en effecten daarvan op het kind. De behandeling en kans op genezing hangen vaak af van de soort kanker en het stadium van de ziekte. Maar in alle gevallen is het een dramatische boodschap.”
Roselien vertelt: ‘Zonder dat we er iets van af weten, schakelt mijn internist-oncoloog de AKZ in. En met succes, want we krijgen een uitgebreid verslag te lezen van zes A4’tjes vol. Ondertekend door 36 artsen die zich over mijn situatie hebben gebogen. Wat voel ik me ontzettend gesteund!’
“Het is goed dat je als behandelend arts de mogelijkheid hebt om een casus van een zwangere patiënt voor te leggen aan het AKZ. Dat heb ik zelf een aantal jaar geleden ook gedaan. Ik behandelde toen een vrouw met baarmoederhalskanker die zwanger was van een tweeling. Slechts 1 op de 1.000 tot 1.500 zwangere vrouwen heeft kanker, dus als arts weet je er vaak te weinig van. De behandeling van een zwangere vrouw met kanker is vaak heel complex, want je hebt te maken met een moeder én een kind. Daarom zijn wij als artsen soms gedwongen andere keuzes te maken. Ook wil je snel beslissingen nemen, vanwege de kans op uitzaaiing van de kanker.”
‘Het geeft me enorm veel rust en vertrouwen dat ik behandeld kan worden. En dat ik weet hóe,’ zegt Roselien in het boek. Wat is volgens jou een aandachtspunt bij de behandeling van moeder en kind?
“Omdat kanker in de zwangerschap zo weinig voorkomt, kan dit leiden tot onderbehandeling. Veel artsen zijn bang dat de behandeling schadelijke gevolgen heeft voor het kind. Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Ik ben terughoudend in het maken van een scan, want röntgenstralen zijn niet goed voor het kind.’ Maar in het belang van de moeder kan een scan noodzakelijk zijn om een beeld te krijgen van de uitgebreidheid van de ziekte. We volgen hierbij de regel die in de verloskunde ook geldt: de moeder gaat voor het kind, want zonder moeder geen leven. Uiteraard moeten we de schadelijke effecten voor het kind wel zoveel mogelijk beperken.”
Het AKZ adviseert behandelende artsen over de meest optimale behandeling. Kunnen zwangere patiënten met kanker beter behandeld worden dan twintig jaar geleden?
“Tegenwoordig heeft het de voorkeur dat deze patiënten dezelfde behandeling krijgen als niet-zwangere vrouwen. We willen voorkomen dat artsen onnodig besluiten de zwangerschap vroeg af te breken of de behandeling uit te stellen tot na de bevalling. Door onderzoek weten we nu dat we vrouwen tijdens de zwangerschap in de meeste gevallen wel veilig kunnen behandelen met bijvoorbeeld chemotherapie. Na het eerste trimester van de zwangerschap is de placenta volgroeid en werkt die als filter. De chemotherapie komt daardoor niet bij de baby terecht en de kans op aangeboren afwijkingen is minder groot.”
‘Zo’n 1,5 jaar later ben ik genezen verklaard’, vertelt Roselien aan het eind van haar verhaal. ‘Ik heb nu niet een, maar twee gezonde dochters rondlopen.’ Hoe groot is de kans op zo’n happy end voor moeder en kind?
“De kans op genezing is afhankelijk van de situatie van de patiënt: het type kanker, de fase waarin de ziekte zich bevindt, het aantal weken dat ze zwanger is en de behandelmogelijkheden. De vrouw met baarmoederhalskanker die ik zelf een aantal jaar geleden heb behandeld, was nog maar kort zwanger. We kozen voor een baarmoederbesparende operatie door de tumor weg te halen. Hierdoor werd de zwangerschap afgebroken, maar behield ze de mogelijkheid voor een nieuwe zwangerschap. Dat was natuurlijk ontzettend verdrietig en had een enorme impact op de aanstaande moeder en haar partner.”
Zoals je al zei is het goed als artsen advies vragen aan het AKZ. Hoe belangrijk is het dat zij ook andere hulpverleners inschakelen?
“Als oncologisch gynaecoloog verwijs ik patiënten vaak door naar een psycholoog of maatschappelijk werker. Ook in de casussen van de Adviesgroep Kanker in de Zwangerschap zie ik dat de patiënten veel meemaken. Ze worden vaak doorverwezen naar Stichting STER(k), de patiëntenvereniging voor vrouwen met kanker tijdens de zwangerschap. Patiënten hebben bijvoorbeeld te maken met het verlies van een kind, onvruchtbaarheid, angst dat de kanker terugkomt en wat dat doet met het opnieuw zwanger proberen te worden. Relaties komen vaak onder spanning te staan door rouwverwerking. Als de kanker overwonnen wordt, hebben ze vaak nog een wereld te winnen.”
Adviesgroep Kanker in de Zwangerschap:
Dr. Jogchum Beltman zit namens het Leids Universitair Medisch Centrum in de Adviesgroep Kanker in de Zwangerschap. De Adviesgroep Kanker in de Zwangerschap is een platform waar zorgverleners van over de hele wereld advies kunnen vragen met betrekking tot de medische zorg voor zwangere vrouwen met kanker of fertiliteitsbehoud gerelateerde vragen. Het boek Adviesgroep Kanker in de Zwangerschap, casuïstiek door de jaren heen. is geschreven voor medisch specialisten. In het boek staan 5 persoonlijke verhalen van patiënten, en 39 van de ruim 250 casussen die de adviesgroep de afgelopen tien jaar heeft behandeld.
Bron: www.lumc.nl/actueel